Elke ouder heeft recht op opvoedingsondersteuning: een onderzoek naar de behoeften van ouders rondom opvoedingsondersteuning
Elke ouder heeft recht op opvoedingsondersteuning: een onderzoek naar de behoeften van ouders rondom opvoedingsondersteuning
Samenvatting
Samenvatting
Dit afstudeerproject is geschreven vanuit de stage als medewerker Opvoeding en Ontwikkeling bij Welzijn Eindhoven. Uit de praktijk zijn signalen gekomen dat er meer vragen over opvoeding zijn dan dat er tijd is om samen te zoeken naar een passend antwoord. Het onderzoek binnen dit afstudeerproject is erop gericht om de vragen van ouders in beeld te krijgen, zodat het aanbod van Welzijn Eindhoven hierop afgestemd kan worden.
In deze afstudeerscriptie wordt antwoord gegeven op de vraag:
'Hoe kan het aanbod van opvoedingsondersteuning in Eindhoven afgestemd worden op de behoeften van de ouders / verzorgers waarvan één of meerdere (pleeg) kinderen een school of peuterspeelzaal bezoeken die nog niet tot een Spilcentrum behoren?'
Lumens Groep is een brede welzijnsorganisatie die vele doelgroepen in Eindhoven bereikt en hun belangen behartigt. Vanuit het onderdeel Welzijn Eindhoven bieden medewerkers O&O een vorm van hulpverlening aan in de vorm van laagdrempelige opvoedingsondersteuning aan ouders en professionals die met kinderen werken.
Om te komen tot de aanbevelingen zijn er verschillende stappen gemaakt. Er is begonnen met een vooronderzoek met behulp van informatie uit relevante onderzoeken en oriënterende, open interviews met twee moeders. Met behulp hiervan zijn 21 hypothesen gemaakt. Deze hebben bijgedragen aan het maken van de vragen en antwoordmogelijkheden in de vragenlijst. Vervolgens is de vragenlijst uitgedeeld aan ouders op basisschool de Springplank en peuterspeelzaal Hanevoet, met als doel, met de resultaten, antwoord te kunnen geven op de bovenstaande vraagstelling. In hoofdstuk 5 worden de resultaten van de vragenlijst omgezet in conclusies. Hier komen de volgende aanbevelingen uit voort:
Bij het geven van opvoedingsondersteuning kan meer gebruik gemaakt worden van visuele ondersteuning. Ook het gebruik van internet kan ouders meer mogelijkheden geven om opvoedingsondersteuning te krijgen via mail of chatten. Laagopgeleide ouders moeten gestimuleerd worden tot het stellen van opvoedingsvragen. Het bieden van groepsgerichte opvoedingsondersteuning kan een stimulans zijn. Professionals, die opvoedingondersteuning bieden zouden meer bekendheid moeten krijgen. Ook zou er meer samengewerkt moeten worden met andere instanties die bekend zijn bij ouders. Gebruik maken van een nazorgtraject zou de diensten en hulpverlening kunnen verbeteren. Door als bekend en vertrouwd gezicht aanwezig te zijn op een bekende plek in de wijk voor ouders en kinderen kan er vindplaatsgericht en laagdrempelig gewerkt worden. In de ontwikkeling naar steunpunten verdient het de aanbeveling om de huidige werkwijze aan te sluiten bij de werkwijze van de Spilcentra. Ouders hebben aangegeven dat de tijdstippen van 9.00 tot 11.30 uur en van 20.00 tot 22.00 uur hun voorkeur hebben. Dit zijn belangrijke voorwaarden waarmee rekening gehouden kan worden, bij het aanbieden van opvoedingsondersteuning.
Iedere ouder heeft recht op opvoedingsondersteuning. Door dit onderzoek is duidelijk geworden dat ouders steeds meer durf hebben om vragen te stellen over opvoeding. Echter is gebleken dat door de ontwikkelingen ouders van aandachtslocaties minder hulp in de opvoeding krijgen dan dat er uren voor Spilcentra zijn. Dit betekent dat er meer vragen zullen komen, maar er steeds minder tijd is. Daarbij zullen ouders in de toekomst op een centrale plek hun vragen moeten stellen aan mensen die minder bekend zijn, dan iemand die op scholen en peuterspeelzalen op vaste momenten aanwezig is.
Als iedereen recht heeft op ondersteuning zou het aanbod voor ouders met opvoedvragen gelijk moeten zijn.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Pedagogiek |
Jaar | 2007 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |