Samenvatting

In dit onderzoek is er gekeken hoe beweeggedrag bij mavodocenten van de Katholieke Scholengemeenschap Etten-Leur (KSE) gestimuleerd kon worden. Op de KSE in Etten-Leur is het onderzoek gestart met 24 deelnemende mavodocenten, die drie lesweken de mogelijkheid kregen om te bewegen binnen en rondom de KSE. Het onderzoek is gestart met een voormeting waarin naar voren is gekomen wie de deelnemende docenten waren en hoe het ASE-model met betrekking tot bewegen tot uiting kwam bij die docenten.

De docenten zijn allereerst bewust gemaakt van een actieve leefstijl door middel van een mail, posters, flyers en persoonlijk contact. Gedurende de drie interventie weken hebben de docenten kunnen wandelen, fitnessen en deelnemen aan een volleybaltoernooi met leerlingen. Er is een agenda bij gehouden wie er op welk moment aanwezig was, bij welke activiteit er deel werd genomen en wat het beoogde doel was.

De focus lag op het positief beïnvloeden van de intentie om lichamelijk actief te zijn op basis van de attitude, de sociale invloed en de effectiviteit van de docent. Daarnaast werd er naar mogelijke barrières geïnventariseerd om ervoor te zorgen de intentie tot lichamelijke activiteit omgezet kan worden in meer lichamelijke activiteit.

Door de voor- en nameting met elkaar te vergelijken is het onderzoek gekomen tot een resultaat. Uit het resultaat blijkt dat de attitude tegenover bewegen al snel positiever wordt door in te spelen op de bewustwording, dat sociale invloeden positief als negatief kunnen uitpakken en dat de intentie van bewegen er is, maar de barrières in dit onderzoek toch zorgen dat er geen stimulans is om te gaan bewegen. Hieruit kan geconcludeerd worden dat wanneer men het beweeggedrag van de mavodocenten op de KSE wil verbeteren, het belangrijk is zowel in te spelen op het ASE-model als de (genoemde) barrières uit te schakelen.