Vertrouwen in de journalistiek in het post-truth tijdperk
een reflectieonderzoekVertrouwen in de journalistiek in het post-truth tijdperk
een reflectieonderzoekSamenvatting
Wanneer je er voor kiest om journalist te worden, doe je dit grotendeels omdat je men op de hoogte wilt brengen van nieuws. Misschien zou je zelfs kunnen stellen dat veel journalisten idealistische wereldverbeteraars zijn. Kortom: je wilt de waarheid opschrijven, zodat de lezer weet hoe het er aan toe gaat. In die waarheid lijkt nu juist het euvel te zitten. Geen journalistieke conferentie gaat voorbij zonder minstens twee presentaties over ‘fake news’ en het ‘post-truth tijdperk’. Maar zoals journalist Mark Little op één van deze conferenties1 zei: “Het probleem ligt niet alleen bij nepnieuws, het probleem is ook dat men het nieuws überhaupt niet meer gelooft.” De cijfers liggen er: Nederlanders vertrouwen de pers nog minder dan de Tweede Kamer (CBS, 2015). En het was ‘zelfs’ het hoofdonderwerp van het afgelopen White House Correspondents’ Diner, waar de Amerikaanse president Donald Trump de grote afwezige was: het vertrouwen in de journalistiek en het belang van persvrijheid. "Dit is zonder twijfel de grootste crisis voor de journalistiek, groter dan het probleem van afhakende abonnees of haperende verdienmodellen voor online journalistiek," zei Deuze tegen Trouw (Dijk, van. M, 2016). "Voor de meeste mensen is de stem van een krant of omroep niet langer belangrijker dan die van een collega, een vriend of iemand in de kroeg. Bij rampen of aanslagen is het voorlopig nog anders, maar voor het leven van alledag geldt dit zeker."
De journalist zou gezien moeten worden als ‘de waakhond van de democratie’. Maar om deze functie te kunnen vervullen hebben we wel het vertrouwen van de consument nodig. “Zonder vertrouwen blijft er weinig over van de vierde macht,” stelt Smit (2016) terecht. Om erachter te komen hoe dit teruggewonnen kan worden, moet er eerst gekeken worden naar de precieze oorzaak van het probleem. Daarom onderzoek ik in dit reflectiedossier de volgende vraag: 1. Hoe komt het dat de journalistiek het vertrouwen van de burger is verloren? Met behulp van deze vier deelvragen hoop ik tot het antwoord te komen:
1. Wat zijn de cijfers wat betreft vertrouwen in de journalistiek?
2. Welke factoren zorgen voor het wantrouwen?
3. Wat verwacht de burger van de journalistiek?
4. Hoe kan men het vertrouwen in de journalistiek herstellen?
Om deze vragen te beantwoorden heb ik talloze artikelen gelezen die met dit onderwerp te maken hebben. Ook heb ik lezingen bijgewoond die meer duiding kunnen geven aan mijn onderwerp. In mijn onderzoek richt ik mij vooral op de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en uiteraard Nederland. Deze eerste twee landen vind ik van belang, gezien de grote politieke gebeurtenissen als de electie van Donald Trump en de Brexit. Deze gebeurtenissen zijn volgens velen het gevolg van het algemene wantrouwen in instituties, waar ook de journalistiek onder valt (Iperen, 2016). Volgens Nederlands journalist en antropoloog Joris Luyendijk 2 kunnen wij veel leren van deze twee landen op mediagebied: “Het gebrek aan vertrouwen is tot nog toe een veel groter probleem in die landen dan hier in Nederland, maar dat betekent niet dat we niet bang hoeven te zijn,” aldus Luyendijk. “Daarom moeten we juist naar deze landen kijken om er zelf wijzer van te worden.”
Dit onderzoek vormt een inzicht voor journalisten over het hoe en waarom achter het wantrouwen in de journalistiek. Door dit inzicht biedt het ook mogelijke oplossingen voor het herstellen hiervan in de toekomst. Op sommige punten zal het onderzoek toegespitst zijn op Nederland, maar omdat ik van mening ben dat er om een vraag als deze te beantwoorden niet enkel en alleen naar ons eigen land gekeken kan worden, maak ik ook gebruik van buitenlandse bronnen.
Organisatie | Fontys |
Opleiding | Journalistiek |
Afdeling | Fontys Journalistiek |
Datum | 2017-05-23 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |