Coöperatief leren in de praktijk
Coöperatief leren in de praktijk
Samenvatting
In dit onderzoek ligt de focus op het coöperatief leren met als doel om inzicht én praktijkervaring te krijgen om mijzelf (verder) te bekwamen in het inzetten en begeleiden van coöperatief leren in de klas. Coöperatief leren, ook wel samenwerkend leren, gaat uit van vijf kernbegrippen: positieve wederzijdse aftrankelijkheid, individuele verantwoordelijkheid, directe en simultane interactie, samenwerkings- en groepsvaardigheden en evaluatie van het groepsproces. Daarnaast zijn ook enkele specifieke leerkracht- en klassenmanagement vaardigheden van belang om coöperatief leren tot een succes te maken. Uit de vele coöperatieve werkvormen zijn vier werkvormen gekozen voor uitvoering en observatie: Binnen- en buitenkring, Tweepraat Flitsen en Genummerde hoofden. Door middel van observaties aan de hand van een zelfontwikkelde observatielijst gebaseerd op de eerdergenoemde kernbegrippen en vaardigheden, is het eigen handelen als leerkracht tijdens deze vier coöperatieve
werkvormen in kaart gebracht. Een aantal vaardigheden is inmiddels voldoende ontwikkeld zoals het creëren van positieve wederzijdse afhankelijkheid, individuele verantwoordelijkheid en directe en simultane interactie en het oefenen met samenwerkings- en groepsvaardigheden. Ook het toepassen van dialogisch of vraaggericht onderwijs en simultaan klassenmanagement zijn inmiddels onderdeel van mijn manier van lesgeven tijdens coöperatief leren. Andere vaardigheden, zoals het evalueren en aspecten van het klassenmanagement, behoeven nog wat extra oefening. Mijn ontwikkeling met betrekking tot coöperatief leren stopt hier dus niet, maar zal nog een hele tijd doorgaan. In de toekomst wil ik mij steeds meer gaan verdiepen in de andere coöperatieve werkvormen en deze
toepassen in de praktijk van het lesgeven.
Organisatie | Fontys |
Opleiding | Leraar basisonderwijs |
Afdeling | Fontys Kind en Educatie |
Datum | 2016-06 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |