Validiteits- en betrouwbaarheidsonderzoek van de BOD POD® bij mannelijke sporters met een laag vetpercentage
Validiteits- en betrouwbaarheidsonderzoek van de BOD POD® bij mannelijke sporters met een laag vetpercentage
Samenvatting
Aanleiding: In de Nutritional Assessment Facility (NAF) van De Haagse Hogeschool kan al langere tijd de lichaamssamenstelling en/of het energieverbruik in rust van individuen worden bepaald. Er wordt onder andere gewerkt met de BOD POD®. Dit apparaat meet de lichaamssamenstelling door middel van volume meting. Er is echter twijfel ontstaan over de validiteit en betrouwbaarheid van dit meetinstrument bij mannelijke sporters met een laag vetpercentage. In twintig weken is onderzocht of de twijfels over de validiteit en betrouwbaarheid van de BOD POD® terecht zijn geweest.
Methoden: Middels literatuuronderzoek zijn eerdere validatie- en betrouwbaarheidsonderzoeken van de BOD POD® onderzocht, als ook eventuele effecten van spiermassa en -samenstelling op de meting. Middels praktijkonderzoek zijn mannelijke fitnessbeoefenaars twee keer gemeten met de BOD POD®, mBCA® (bepaald de lichaamssamenstelling door middel van multifrequentie bio impedantie analyse) en 7-punts huidplooimeting. Ook zijn nieuwe sport specifieke formules van de fabrikant gebruikt. Statistische analyse zijn uitgevoerd met Paired-Samples T-Test, Wilcoxon Signed-Ranks en Pearson Correlation Coëfficiënt.
Resultaten: Uit het literatuuronderzoek blijkt dat de BOD POD® veelal een valide en betrouwbare methode blijkt voor het berekenen van de lichaamssamenstelling. Toch zijn er ook onderzoeken welke concluderen dat de BOD POD® zowel een over- als onderschatting van het vetpercentage geeft. Ook werd er in een aantal studies gevonden dat uitkomsten bij individuen behoorlijk kunnen variëren bij opeenvolgende metingen. De gemiddelde leeftijd ± SD was 25,1±9,2. 20,3% had als doelstelling uithoudingsvermogen vergroten en 79,7% als doel groei in spiermassa. Er is geen statistisch significant verschil in vetpercentage (-0,8±3,3%BF; p=0,073) tussen de BOD POD® en mBCA® gevonden. Tussen de BOD POD® en huidplooimeting is wel een statistisch significant verschil (2,3±2,8%BF; p=0,000) gevonden. Dit gold ook wanneer de groep werd gesplitst in normaal en laag vetpercentage apart. Bij herhaalde meting is geen statistisch significant verschil gevonden voor de BOD POD® (-0,2±1,1%BF; p=0,107). Ook niet wanneer werd gesplitst in normaal (-0,1±1,0%BF; p=0,485) en laag (-0,6±1,1%BF; p=0,105) vetpercentage. De standaardformule (Siri) overschat het vetpercentage significant (3,4±1,6%BF; p=0,000) in vergelijking met de sport specifieke formules. Bij herhaalde meting met de sport specifieke formules is geen statistisch significant verschil (-0,2±1,1%BF; p=0,267) gevonden.
Conclusie: De BOD POD® is zowel betrouwbaar als valide bij mannen met een laag vetpercentage blijkt uit literatuur- en praktijk onderzoek.
Discussie en aanbevelingen: Het wordt aangeraden de volgende aanbevelingen in overweging te nemen om de individuele metingen preciezer te laten verlopen. Voor toekomstige metingen overwegen gebruik te maken van de longvolume meetfunctie van de BOD POD®. De ademhaling van de personen te oefenen zodat deze goed verloopt in de BOD POD®. Extra controleren of mensen volkomen stil zitten en rechtop zitten. Mannen moeten zo onthaard mogelijk worden gemeten. Dit kan anders tot afwijkingen in het gemeten vetpercentage leiden. Om tot meer duidelijkheid te komen over het gebruik van de sport specifieke formules bij sporters moet meer onderzoek worden gedaan naar de validiteit van de BOD POD® met sport specifieke formules in vergelijking met hydrodensitometrie of DXA.
Organisatie | De Haagse Hogeschool |
Opleiding | GVS Voeding en Diëtetiek |
Afdeling | Faculteit Gezondheid, Voeding & Sport |
Partner | Nutritional Assessment Facility |
Jaar | 2015 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |