De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Het kwantificeren van motorische vaardigheid door middel van sensoren

een onderzoek naar het inzetten van versnellingssensoren voor het kwantificeren van de motorische kwaliteit

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Het kwantificeren van motorische vaardigheid door middel van sensoren

een onderzoek naar het inzetten van versnellingssensoren voor het kwantificeren van de motorische kwaliteit

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Het is belangrijk dat kinderen van jongs af aan voldoende lichamelijk actief zijn, zodat de motorische vaardigheid zich sterk kan ontwikkelen. Door deze motorische vaardigheid te meten kunnen bewegingsachterstanden en talentontwikkeling vroegtijdig worden opgespoord; hiervoor is het Athletic Skills (AS) Beweegparcours ontwikkeld. Dit is een beweegparcours bestaande uit verschillende motorische vaardigheden, die doormiddel van een tijdsmeting de motorische vaardigheid kwantificeert. Bij dit onderzoek wordt er onderzocht of versnellingssensoren meer gedetailleerde informatie over de motorische vaardigheid geven dan alleen een tijdsmeting, tijdens metingen op het AS Beweegparcours.
De volgende onderzoeksvraag was opgesteld voor dit onderzoek: Is het mogelijk om met behulp van versnellingssensoren de kwaliteit van de motorische vaardigheid gemeten met het AS Beweegparcours te kwantificeren? En wat is de relatie tussen de resultaten van de versnellingssensoren en de benodigde tijd op het AS beweegparcours?
Om de motorische vaardigheid te kunnen kwantificeren, moest er een uitkomstmaat voor de versnellingssensoren worden vastgesteld. Door het uitvoeren van een literatuurstudie werd het aantal pieken in de ‘Jerk’-grafiek als uitkomstmaat gevonden. De Jerk is de verandering van de versnelling en drukt uit hoe vloeiend een beweging wordt uitgevoerd. Bij een hogere beheersingsgraad van een vaardigheid wordt de beweging vloeiender uitgevoerd en worden minder pieken in de Jerk-grafiek gemeten. Om te onderzoeken of deze uitkomstmaat valide is voor het AS Beweegparcours is een proefmeting uitgevoerd. Bij deze proefmeting werden 4 proefpersonen gemeten op het beweegparcours. Deze 4 proefpersonen werden verdeeld in 2 groepen, een groep waarvan de motorisch vaardigheid goed was en een groep waarvan de motorische vaardigheid minder goed was. Tijdens het doorlopen van het beweegparcours werd de benodigde tijd bijgehouden met een stopwatch en werd de beweging geregistreerd door versnellingssensoren op de scheen, rond de middel en op het hoofd. Aan de hand van de resultaten kon worden vastgesteld dat het verschil in niveau goed te analyseren was met beide meetmethoden. Zo had de goede groep minder tijd nodig voor het parcours en werden er minder pieken in de Jerk gemeten. Het aantal pieken in de Jerk bleek dus een goede uitkomstmaat om de motorische vaardigheid te kwantificeren van de 2 groepen. Daarnaast kon worden vastgesteld dat de sensor rond de middel het meest sensitief de beweging registreerde.
Om te onderzoeken of de uitkomstmaat ook geschikt is voor het in kaart brengen van een breder spectrum van motorische vaardigheid, werd het onderzoek uitgebreid met 29 proefpersonen op het beweegparcours. Deze proefpersonen werden door een docent beoordeeld op motorische vaardigheid. Op deze wijze werden ze onderverdeeld in 4 groepen, namelijk proefpersonen met een matige-, een gemiddelde-, een goede- en een zeer goede motorische vaardigheid. De proefpersonen doorliepen het beweegparcours waarbij de tijd werd gemeten per vaardigheid. Een versnellingssensor rond de middel registreerde de beweging. Door de resultaten van de 4 groepen met elkaar te vergelijken kon worden vastgesteld dat met beide meetmethode, de tijdsregistratie en de versnellingssensoren, een goed onderscheid in vaardigheidsniveau kan worden gemaakt. Zo bleek de groep met een matige motorische vaardigheid het langst over het parcours te doen en de meeste pieken in de Jerk te meten. De groep met de zeer goede motorische vaardigheid bleek het snelst over het parcours te gaan en de minste pieken in de Jerk te meten.
De resultaten van dit onderzoeken werden ook gebruikt om te onderzoeken of het aantal pieken in de Jerk meer gedetailleerde informatie geeft over de motorische vaardigheid. Hiervoor werd voor ieder vaardigheidsniveau het aantal pieken in de Jerk, door middel van de tijdsmeting, omgezet naar het aantal pieken per seconde. Uit de resultaten bleken er geen grote verschillen tussen de verschillende groepen te worden gevonden. Waardoor er kan worden geconcludeerd dat de sensormeting en de tijdsmeting evenveel inzicht geven in de motorische vaardigheid. De tijdsmeting is op zichzelf dus al een goede methode om de kwaliteit van motorisch vaardigheid te kwantificeren.

Toon meer
OrganisatieDe Haagse Hogeschool
OpleidingGVS Mens en Techniek | Bewegingstechnologie
AfdelingFaculteit Gezondheid, Voeding & Sport
Jaar2017
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk