Samenvatting

Dit onderzoeksrapport geeft antwoord op de hoofdvraag: ‘Wat is het verschil in volume- en klachtenafname (of -toename) bij vrouwen met secundair lymfoedeem na mammacarcinoom, behandeld met MLD in combinatie met endermologie, in vergelijking met enkel behandelen met MLD in een periode van vier weken?’
Achtergrond: Secundair lymfoedeem aan de arm is een veelvoorkomende aandoening bij (ex)patiënten met mammacarcinoom. Per jaar krijgen 101.210 mensen in Nederland kanker, waarvan 14.376 borstkanker (14%). Van de 14.376 mensen zijn 80 man en 14.296 vrouw . Het percentage patiënten dat secundair lymfoedeem krijgt na mammacarcinoom ligt tussen 10-40%. Manuele lymfedrainage (MLD) en endermologie zijn beide mogelijkheden om secundair lymfoedeem mee te behandelen. Het doel van dit onderzoek is te achterhalen wat de toegevoegde waarde is van endermologie aan een MLD-behandeling bij vrouwen met secundair lymfoedeem na mammacarcinoom. Bovendien zou het endermologiesysteem er in een huidtherapiepraktijk voor kunnen zorgen dat de huidtherapeut minder zwaar wordt belast.
Methode: Om antwoord te geven op de hoofdvraag is gebruikgemaakt van literatuur- en praktijkonderzoek. In de literatuur is gezocht naar informatie over het behandelen van secundair lymfoedeem na mammacarcinoom met MLD en MLD gecombineerd met endermologie. Als bronnen zijn internet, databanken, wetenschappelijke boeken en studieboeken gebruikt.
Bij het praktijkonderzoek zijn vier patiënten gerandomiseerd in de MLD-groep (n=2) of in de MLD gecombineerd met endermologie groep (n=2). Om deel te nemen aan dit onderzoek moeten de patiënten secundair lymfoedeem hebben ten gevolgen van een mammacarcinoom behandeling en dienen zij één van de klachten te ervaren (zwelling, vermoeide arm, zware arm, pijn, functieverlies, hard- in de arm en/of armgebied ). De patiënten die in aanraking zijn gekomen met dit onderzoek zijn onder behandeling bij Aria Huid- en oedeemtherapie en zijn bekend met beide behandeltechnieken. Deze patiënten zijn gedurende vier weken, twee keer per week behandeld. In deze periode is gekeken naar af- en/of toename van lymfoedeem en naar af- en/of toename van klachten.
Resultaten: Uit het literatuuronderzoek blijkt dat endermologie en MLD beide effectieve behandelingen zijn bij secundair lymfoedeem na mammacarcinoom, alhoewel de hoeveelheid literatuur schaars is.
Uit het praktijkonderzoek kunnen vanwege de behandelfase waarin de patiënten zich bevinden, en de kleine omvang van het onderzoek, geen concrete uitspraken worden gedaan over de toegevoegde waarde van endermologie bij MLD.
Conclusie: Omdat dit onderzoek op een kleine schaal is uitgevoerd en weinig literatuur is te vinden over dit onderwerk kunnen er geen harde conclusies getrokken worden.