Eetstoornissen in de turnsport
De kennis van coaches in het Nederlandse dames turnenEetstoornissen in de turnsport
De kennis van coaches in het Nederlandse dames turnenSamenvatting
Eetstoornissen zijn in Nederland een veelvoorkomend probleem. Eén van de vormen, Anorexia Nervosa, wordt bij adolescenten zelfs genoemd als de psychische ziekte met het hoogste sterftecijfer (Keel, Dorer, Eddy, Franko, Charatan & Herzog, 2003). Het beoefenen van esthetische sporten (sporten waarbij dun, mager en verfijning van bewegingen een belangrijke rol spelen) is één van de risicofactoren om een dergelijke eetstoornis te ontwikkelen (de Bruin, Oudejans & Bakker, 2006). In dit onderzoek is daarom één discipline van deze categorie van sporten uitgelicht: de turnsport.
De onderzoeksvraag van dit artikel luidt als volgt: Wat is de kennis en het inzicht van Nederlandse turncoaches uit de ere-, eerste, tweede, derde en vierde divisie in de eetstoornissen ‘Anorexia Nervosa’ en ‘Boulimia Nervosa’ en wat is het verschil in kennis tussen de divisies?
Aan het onderzoek hebben 32 Nederlandse turncoaches meegedaan die allen online een vragenlijst hebben ingevuld. Hierin zijn vragen gesteld omtrent de scholing die zij op het gebied van eetstoornissen hebben gehad en daarnaast is hen gevraagd om de gedragingen behorende bij eetstoornissen een bepaalde ernst te geven. Aan de hand van deze bevindingen is getracht een antwoord te vinden op de onderzoeksvraag.
Uit de resultaten blijkt allereerst dat bovengenoemde scholing van Nederlandse turncoaches gering is. Scholingsvormen als bijvoorbeeld het bijwonen van lezingen over eetstoornissen of het uitnodigen van gespecialiseerde mensen, worden nauwelijks gebruikt. Een aantal van de respondenten geeft zelfs aan nog nooit een vorm van scholing te hebben gehad. Daarnaast wordt ook duidelijk dat zij de ernst van de gedragingen behorende bij eetstoornissen redelijk hoog schatten, maar vervolgens geen actie ondernemen als een turnster deze symptomen vertoont. Afgevraagd kan worden of zij er dan daadwerkelijk de ernst wel van inzien.
Gekeken naar het verschil tussen de divisies binnen het turnen, blijkt dat coaches uit de hogere divisies (ere- en eerste divisie) minder turnsters met een eetstoornis hebben gehad dan uit de lagere divisies (derde en vierde divisie). Als dit gekoppeld wordt aan het feit dat de coaches van hogere divisies beter geschoold zijn, kan geconcludeerd worden dat extra kennis wel degelijk van belang is om het aantal turnsters met een eetstoornis te beperken.
Dit artikel is voornamelijk gericht op het onderzoeken van de huidige kennis van Nederlandse turncoaches wat betreft eetstoornissen. Nu gebleken is dat extra kennis noodzakelijk is, kan in volgend onderzoek worden bekeken hoe deze scholing het beste kan worden ingericht.
Organisatie | De Haagse Hogeschool |
Opleiding | GVS Opleiding tot Leraar Lichamelijke Opvoeding |
Afdeling | Faculteit Gezondheid, Voeding & Sport |
Jaar | 2016 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |