De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Taalontwikkelingsstoornissen en gehoorverlies ten gevolge van otitis media met effusie (OME) bij kinderen van 3-6 jaar in de eerstelijns logopedie

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Taalontwikkelingsstoornissen en gehoorverlies ten gevolge van otitis media met effusie (OME) bij kinderen van 3-6 jaar in de eerstelijns logopedie

Rechten: Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Inleiding: In de richtlijn ‘Logopedie bij taalontwikkelingsstoornissen’ wordt aanbevolen om bij kinderen met een taalstoornis en een vermoeden van gehoorverlies multidisciplinaire diagnostiek toe te passen. De meest voorkomende oorzaak van gehoorverlies bij kinderen is otitis media met effusie (OME). Onderzoeken naar de invloed van OME op de taalontwikkeling laten tegenstrijdige resultaten zien. Het is niet bekend hoe eerstelijns logopedisten omgaan met de doorverwijzing van kinderen van 3-6 jaar met een taalontwikkelingsstoornis en gehoorverlies ten gevolge van OME naar de tweede lijn. Dat is daarom uitgezocht in deze bachelor thesis.
Methode: Twintig respondenten hebben anoniem een online enquête ingevuld. Inclusiecriteria voor respondenten waren a) dat ze werkzaam zijn als eerstelijns logopedist en b) dat ze als logopedist de taalvaardigheden in kaart brengen van kinderen in de leeftijd van 3-6 jaar met een (vermoeden van) TOS. Topics binnen de enquête waren: het verband tussen OME met gehoorverlies en de taalontwikkeling van kinderen van 3-6 jaar, de signalering van OME met gehoorverlies, en de doorverwijzing voor multidisciplinaire diagnostiek bij kinderen van 3-4 jaar en 4-6 jaar. Elke enquêtevraag werd beantwoord aan de hand van een VAS-schaal en een aanvullende open vraag.
Resultaten: De signalering van OME werd door de respondenten als ‘redelijk gemakkelijk’ tot ‘redelijk moeilijk’ ervaren. Alle logopedisten waren van mening dat OME met gehoorverlies invloed kan hebben op de taalontwikkeling. Redenen om door te verwijzen naar de tweede lijn waren de mogelijkheid tot aanvullende diagnostiek en een vermoeden van meervoudige problematiek en/of gehoorproblemen. Zes logopedisten gaven aan niet door te verwijzen wanneer er vooruitgang zichtbaar is tijdens de therapie. De mening van ouders of de huisarts speelt een rol bij de afweging om al dan niet door te verwijzen (n=5). De meerderheid van de respondenten (n=17) gaf aan dat zij niet anders handelen bij kinderen van 3-4 jaar dan bij kinderen van 4-6 jaar.
Discussie/conclusie: Er kan geconcludeerd worden dat eerstelijns logopedisten van mening zijn dat multidisciplinaire diagnostiek bij kinderen met een taalstoornis en gehoorverlies als gevolg van OME zijn toegevoegde waarde heeft. Uit dit onderzoek blijkt dat een derde van de eerstelijns logopedisten eerst de therapieresultaten afwacht voordat zij doorverwijzen voor multidisciplinaire diagnostiek. Vervolgonderzoek kan uitwijzen of dit invloed heeft op de kwaliteit van de zorg die verleend wordt. Er worden moeilijkheden ondervonden in de signalering van OME met gehoorverlies. Aanpassingen op basis van gegeven aanbevelingen kunnen dit mogelijk vergemakkelijken. Bevat ook een samenvatting in het Engels.

Toon meer
OrganisatieHanzehogeschool Groningen
OpleidingLogopedie
AfdelingAcademie voor Gezondheidsstudies
Datum2018-01-22
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk