Wat is het effect van de patient controlled regional analgesia elastomeerpomp op pijnvermindering bij patiënten met een totale schouder prothese?
Wat is het effect van de patient controlled regional analgesia elastomeerpomp op pijnvermindering bij patiënten met een totale schouder prothese?
Samenvatting
Inleiding: Het aantal totale schouder prothese (TSP) operaties is groeiende en deze operatie wordt
ervaren als één van de meest pijnvolle ingrepen op orthopedische gebied, hierdoor is het adequaat
toedienen van pijn bestrijdende medicatie van groot belang voor de patiënt en het revalidatieproces.
Binnen deze pilotstudie wordt als primair doel gekeken naar het effect van continue postoperatieve
pijnbestrijding met behulp van een patient controlled regional analgesia elastomeerpomp (PCRA-E).
Als secundair doel wordt de mate van functieherstel, patiënttevredenheid en de kennis van
fysiotherapeuten op het gebied van postoperatieve pijnbestrijding middels een PCRA-E onderzocht.
Methode: Met behulp van een retrospectieve cohortstudie zijn de (preoperatieve, eerste
postoperatieve ochtend, tweede postoperatieve ochtend en na meer dan 1 jaar postoperatieve)
Numeric Pain Rating Scale (NPRS)-scores van tien TSP-patiënten geanalyseerd. Hierbij zijn de
verschillen tussen de metingen (DT) met elkaar vergeleken om significante verschillen aan te kunnen
tonen. Daarnaast is een semigestructureerd interview uitgevoerd om inzicht te krijgen in de ervaringen
van zes TSP-patiënten na het gebruik van de PCRA-E. Door gebruik van triangulatie is een kwalitatief
interview gehouden en is op kwantitatief niveau de mate van pijn, functieherstel en
patiënttevredenheid uitgevraagd met behulp van een ordinale schaal van 0 tot 10. Tevens is de kennis
van acht fysiotherapeuten middels een surveyonderzoek in kaart gebracht.
Resultaten: Vergeleken met de preoperatieve meting zijn er significante verschillen te zien ten
opzichte van de postoperatieve metingen (≥ p=0,05). Hierbij ligt de mediaan van DT tussen de 6 en 7,5.
Postoperatieve metingen laten onderling geen significante verschillen zien. Hiervan ligt de mediaan
van DT tussen de -0,5 en 2. In het semigestructureerde interview komt naar voren dat twee patiënten
na drie maanden weer op het oude niveau waren als voor de schouderklachten en dat deze patiënten
na de aangegeven zes weken pas begonnen met fysiotherapie. Daarnaast komt naar voren dat de
patiënten erg tevreden zijn over de PCRA-E en dat de fysiotherapeutische behandelingen veel van
elkaar verschillen. De mediaan van functieherstel is een 8 en de patiënttevredenheid een 9. Tenslotte
laat het surveyonderzoek zien dat 62,5% van de fysiotherapeuten een matige kennis heeft over
postoperatieve pijnbestrijding met behulp van een PCRA-E en 12,5% helemaal geen kennis hierover
heeft. Hierbij geeft 87,5% aan hier meer over te willen weten, om de behandeling hierop aan te passen.
Conclusie: De pilotstudie laat zien dat de PCRA-E significante pijnvermindering biedt op de eerste
postoperatieve ochtend. Deze pijnvermindering blijft tevens aanwezig op verdere postoperatieve
dagen. Daarnaast lijkt de PCRA-E te leiden tot een hoge patiënttevredenheid. Op gebied van
functieherstel kan er middels dit onderzoek gesuggereerd worden dat er pas zes weken na de operatie
gestart moet worden met het revalidatieproces, in verband met een sneller functieherstel en een
verminderde pijn tijdens de behandeling. Tenslotte lijkt het erop dat fysiotherapeuten over het
algemeen weinig kennis hebben over postoperatieve pijnbestrijding.
Samenvatting ook in het Engels
Organisatie | Hanze |
Opleiding | Fysiotherapie |
Afdeling | Academie voor Gezondheidsstudies |
Jaar | 2018 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |