Mediation naast strafrecht
Mediation naast strafrecht
Samenvatting
Eind oktober 2010 is de rechtbank Amsterdam in samenwerking met het Amsterdamse Openbaar Ministerie de pilot ‘Mediation naast strafrecht’ gestart. Met deze pilot is de mogelijkheid gecreëerd dat slachtoffer en dader afspraken maken met elkaar. Deze pilot heeft van oktober 2010 tot en met augustus 2011 gelopen. De betrokken partijen waren erg enthousiast, waardoor er een nieuwe pilot is gestart. Deze pilot vindt plaats bij zes rechtbanken en loopt door zolang het budget beschikbaar is.
Mr. Jan Huibers was de eerste advocaat binnen HNRadvocaten die te maken kreeg met de pilot ‘Mediation naast strafrecht’. Tijdens deze strafzaak stelde de officier van justitie mediation voor.
Mr. Huibers had dit voorstel niet aan zien komen, omdat hij dit nog niet eerder had meegemaakt. Hij wist er nog maar weinig van af en ging in overleg met zijn cliënte. Uiteindelijk stemde zij in met het voorstel. Omdat mr. Huibers niet goed wist waarmee hij rekening moest houden bij beoordeling van een verzoek tot mediation, ben ik daar onderzoek naar gaan doen.
Het doel van dit onderzoek is om door middel van bronnen-, literatuur- en jurisprudentieonderzoek de advocaten van HNRadvocaten een lijst met aandachtspunten aan te reiken waar ze op kunnen letten indien de mogelijkheid tot mediation wordt besproken.
De centrale vraag van het onderzoek is: ‘Welk advies kan aan HNRadvocaten worden gegeven ten aanzien van de beoordeling van een verzoek tot mediation, volgens, bronnen-, literatuur- en jurisprudentieonderzoek?’
Om antwoord te kunnen geven op mijn centrale vraag heb ik eerst vier deelvragen opgesteld en beantwoord. Deze heb ik beantwoord aan de hand van Europese- en nationale wetgeving, bronnen- en literatuuronderzoek, de praktijk en jurisprudentie. Mijn jurisprudentieonderzoek bestond uit het analyseren van 20 vonnissen. Uit deze vonnissen heb ik de aspecten gehaald die voor de rechter van belang zijn geweest om wel of niet over te gaan tot mediation. Tevens heb ik uit de vonnissen de aspecten gehaald die bij de overwegingen van de rechter van belang zijn geweest om na een geslaagde mediation de verdachte alsnog te vervolgen.
Uit mijn onderzoek komt naar voren dat de volgende aspecten voor de rechter van belang zijn geweest om wel of niet over te gaan tot mediation:
Aspecten die van belang zijn om WEL mediation toe te passen:
Aspecten die van belang zijn om GEEN mediation toe te passen:
* In de toekomst krijgen de partijen met elkaar te maken
* Het misdrijf is ‘ te zwaar’
* Er zijn teveel emoties bij de betrokken partijen
* Het slachtoffer is angstig voor de verdachte
* (Een van de) partijen staan niet open voor mediation
* Minderjarigheid van de verdachte
* Heeft geen toegevoegde waarde
* De verdachte heeft zijn excuses aangeboden en partijen staan open voor mediation
De rechter vindt het aspect ‘toekomst’ erg belangrijk. In bijna alle zaken waarbij de partijen in de toekomst nog met elkaar te maken gaan krijgen is de mediation toegewezen. De reden hiervoor is dat de kans op herhalingsgevaar verkleind wordt.
Volgens de rechter kan mediation een pedagogische werking hebben op de minderjarige verdachte. De rechter vindt het van belang dat er een bijdrage wordt geleverd aan de opvoeding van de minderjarige.
Indien het slachtoffer verklaart angstig te zijn voor de verdachte, dan is dat voor de rechter ook een aspect die hij meeneemt in zijn overweging. Mediation kan namelijk een bijdrage leveren aan het verminderen van die angst. Het doel van mediation is ten slotte ook om genoegdoening te bewerkstelligen bij het slachtoffer.
Als een verdachte zijn excuses heeft aangeboden, dan is dat voor de rechter een aspect om over te gaan tot mediation. Door het onderling oplossen van problemen is de kans groter dat de relatie tussen de partijen hersteld wordt. Beide partijen moeten hiervoor openstaan.
De rechter wijst mediation niet toe in zaken waarbij het misdrijf te zwaar is. Zaken die dienen bij de meervoudige kamer worden als te zwaar gezien.
Indien er teveel emoties zijn bij de betrokken partijen, kan de rechter beslissen om de mediation niet toe te wijzen. De kans op een geslaagde mediation is in dat geval nihil.
Als partijen niet openstaan voor mediation, dan zal de zaak niet doorverwezen worden naar mediation.
De rechter kan beslissen om de mediation ook niet toe te wijzen indien hij daar de toegevoegde waarde niet van inziet. De rechter ziet de toegevoegde waarde van mediation niet in indien de partijen geen binding hebben met elkaar. De binding tussen de partijen is dus van belang bij de overweging om wel/niet mediation toe te passen.
Aspecten die voor de rechter van belang zijn geweest bij de overweging om de verdachte te vervolgen, ondanks dat de mediation geslaagd is, zijn:
* Vervolgen is volgens het slachtoffer niet nodig
* De verdachte is al genoeg gestraft
* Een stok achter de deur
* De verdachte is goed op weg
De rechter vervolgt verdachte alsnog, ondanks dat de mediation geslaagd is. Wel houdt de rechter rekening met de uitkomst van mediation. Indien de mediation geslaagd is, legt de rechter veelal artikel 9a Sr of een voorwaardelijke straf op. Hieruit blijkt dat een geslaagde mediation invloed heeft op de strafmaat. De kans is groot dat de verdachte een lagere staf opgelegd krijgt indien hij meewerkt aan mediation. Daarom adviseer ik HNRadvocaten om een verzoek tot mediation te doen indien de partijen een binding hebben met elkaar. Indien de partijen een binding hebben met elkaar wordt de mediation toegewezen. Ik adviseer HNRadvocaten om geen verzoek tot mediation in te dienen indien de zaak bij de meervoudige strafkamer dient of als er teveel emoties zijn bij de betrokken partijen.
Ik heb een aandachtspuntenlijst gemaakt. Indien de advocaten van HNRadvocaten deze aandachtspuntenlijst bekijken, weten zij waar ze op moeten letten indien de mogelijkheid tot mediation wordt besproken. De aandachtspunten zijn:
De zaak dient bij de politierechter en niet bij de meervoudige strafkamer
De verdachte dient de feiten (basaal) te bekennen
De verdachte staat open voor mediation
De verdachte neemt vrijwillig deel aan de mediation
De verdachte is minderjarig
Er zijn 2 á 3 betrokken personen
Er is een binding tussen de partijen
De partijen krijgen in de toekomst nog met elkaar te maken
Het slachtoffer verklaart angstig te zijn voor de verdachte
De kans op een voorwaardelijke straf of artikel 9a Sr is groot na een geslaagde mediation.
Organisatie | Hogeschool Leiden |
Opleiding | HBO-Rechten |
Afdeling | Faculteit M&B |
Datum | 2015-11-23 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |