De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

De gevolgen van het Ouhrami arrest

Een onderzoek naar de gevolgen van het Ouhrami arrest voor zowel het Nederlandse vreemdelingenrecht als het strafrecht

Rechten:

De gevolgen van het Ouhrami arrest

Een onderzoek naar de gevolgen van het Ouhrami arrest voor zowel het Nederlandse vreemdelingenrecht als het strafrecht

Rechten:

Samenvatting

Sinds de implementatie van de Terugkeerrichtlijn in Nederland kent onze rechtsorde naast de nationale ongewenstverklaring, eveneens het inreisverbod en het terugkeerbesluit. In de Terugkeerrichtlijn is bepaald dat dat het inreisverbod altijd tezamen met het terugkeerbesluit opgelegd dient te worden. Ondanks dat het inreisverbod sterke gelijkenis toont met de nationale ongewenstverklaring die Nederland reeds voor de implementatie van de Terugkeerrichtlijn kende, verschilt deze toch op belangrijke punten. Om deze reden hebben de Unierechtelijke bepalingen uit de Terugkeerrichtlijn in 2011 geleid tot wijziging van de Nederlandse Vw 2000.
In Nederland is illegaal verblijf als zodanig destijds niet strafbaar gesteld. De wetgever heeft expliciet gekozen om de strafbaarstelling van illegaal op het grondgebied verblijvende derdelanders te koppelen aan het inreisverbod. Hierdoor is slechts het verblijf in weerwil van het inreisverbod strafbaar gesteld in het nationale recht. In dit verband heeft het HvJEU op 26 juli 2017 een baanbrekende uitspraak gedaan in het Ouhrami arrest, waarbij zij antwoord hebben gegeven op een tweetal prejudiciële vragen van de Hoge Raad.
De resultaten van dit onderzoek zullen tot belangrijke nieuwe ontwikkelingen leiden. Voor de strafpraktijk houdt dit in dat er geen adequate wettelijke grondslag is voor de vervolging van het verblijf in weerwil van een inreisverbod en dat derhalve sprake is van een legaliteitsgebrek. De hierbij behorende conclusie is namelijk dat het inreisverbod nog niet in werking is getreden op het moment dat de vreemdeling Nederland nog niet heeft verlaten, waardoor een overtreding hiervan ook niet mogelijk is.
Voor de vreemdelingenrechtpraktijk betekenen de resultaten dat het inreisverbod door de bestuursrechter niet meer gebruikt kan worden om de toetsing van de weigering, niet-verlenging of intrekking van de verblijfsvergunning op gronden van de openbare orde, alsmede het daarbij behorende terugkeerbesluit te omzeilen.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Leiden
OpleidingHBO-Rechten
AfdelingFaculteit M&B
PartnerSchoneveld Vennik van der Klaauw Advocaten
Datum2018-06-13
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk