Samenvatting

Aanleiding: Na een ACI (autologous Condrocyte Implantation) behandeling heeft de patiënt te maken met fysiotherapie tijdens de revalidatie. Het effect hiervan is nog niet bewezen.
Vraagstelling: Wat is het effect van revalidatie door de fysiotherapeut, bij een patiënt na kraakbeenimplantatie in de knie, op het activiteitenniveau?
Methode: Aan de hand van een literatuurstudie in Cochrane, Cinahl, PEDro en Pubmed is er naar fysiotherapeutische interventies gezocht met betrekking tot fysiotherapie, revalidatie en ACI. De inclusiecriteria waren sprake van een Randomised Controlled Trail of (Systematic) Review, had betrekking tot ACI en revalidatie in combinatie met fysiotherapie en was het geschreven in de Engelse of Nederlandse taal. De methodologische kwaliteit van de (systematic) reviews is beoordeeld via de CBO schaal. De RCT's zijn beoordeeld met de PEDroschaal.
Resultaten: Op basis van de inclusie criteria zijn 2 Randomised Controlled Trails, 1 Systematic Review en 3 Reviews geselecteerd. Op de CBO schaal hadden de Systematic Reviews en Reviews een B en C score. De RCT's hadden een score van 7 en 6 op de PEDroschaal. Uit de resultaten kwam naar voren dat het beoefenen van een hoge hoeveelheid oefeningen met een lage belasting een positief effect heeft op het activiteitenniveau. Evenals een versnelde revalidatie waarbij men sneller de belasting opbouwt is bewezen als positief effect. Deze interventies behoren tot oefentherapie bij fysiotherapie. Voor de fysiotherapeutische interventies als contines passive motion (CPM), manuele therapie en fysiotechnische interventies is weinig bewijskracht om de hoofdvraag te beantwoorden.
Conclusie: Er zijn weinig onderzoeken waarbij er duidelijke resultaten worden gegeven over het effect van fysiotherapeutische interventies. Mede door het gebrek aan voldoende bewijs kan men alleen stellen dat er aanwijzingen zijn voor een positief effect van fysiotherapie op het activtiteitenniveau na ACI.