Jeugddans en kindheid van denken: dansend denken?
Jeugddans en kindheid van denken: dansend denken?
Samenvatting
Kindheid van denken is speels maar ook ernstig. Ze gaat uit van diepgaande ontvankelijkheid voor dat wat niet ‘gehoord’ wordt. Daarmee betreft ze iets ‘onbestemds’, iets dat niet alleen in de kindertijd maar ook in de volwassenheid schuilgaat. ‘Kindheid’, in het Frans enfance, komt van het Latijn in-fantia, letterlijk: ‘niet-sprekendheid’. Onze manier van denken en spreken, al onze tweedelingen en ordeningen, worden altijd ook bestookt door die kindheid. Door wat slechts gevoeld, maar niet gezegd of gehoord kan worden. De sprakeloosheid. Van het gevoel zelf, dat slechts gevoeld kan worden.
Vanuit het differentiefilosofische perspectief schiet de mens met zijn tweedelingen en ordeningen altijd te kort. En ‘kindheid van denken’, te beginnen met ons besef ervan, creëert ruimte voor het aanvoelen van en inspelen op nieuwe mogelijkheden. Een dergelijke ontvankelijkheid voor het nieuwe, buiten allerlei bestaande kaders, of er dwars doorheen, is in de kunsten cruciaal. Een pleidooi voor meer ‘kindheid van denken’, voorbij alle denken in tweedelingen, betekent daarom ook altijd een pleidooi voor de veelheid en het experiment.
Organisatie | Hogeschool Utrecht |
Afdeling | Kenniscentrum Sociale Innovatie |
Lectoraat | Participatie en Stedelijke Ontwikkeling |
Gepubliceerd in | Nieuwsbrief Nederlandse Dansdagen Nederlandse Dansdagen |
Type | Artikel |
Taal | Nederlands |