De rol van scapulaire dyskinesie bij de behandeling van subacromiale klachten
De rol van scapulaire dyskinesie bij de behandeling van subacromiale klachten
Samenvatting
Achtergrond: 80% van de schouderklachten wordt veroorzaakt door aandoeningen in de subacromiale ruimte. Een van de secundaire oorzaken van het subacromiaal impingement syndroom (SIS) is scapulair disfunctioneren. Een verkeerd bewegingspatroon van de scapula verkleind de subacromiale ruimte. Wordt dit niet gecorrigeerd is het een belangrijke factor voor het in stand houden van SIS en kan het leiden tot chronische subacromiale impingement klachten.
Doelstelling: Door middel van een literatuurstudie onderzoeken wat het effect is van de behandeling van SIS op de pijn, Range Of Motion (ROM) en functie. De vraagstelling luidt: "Welk effect heeft de fysiotherapeutische behandeling van scapulair disfunctioneren bij het subacromiaal impingement syndroom op pijn, ROM en functioneren?"
Methode: Ter beantwoording van de vraagstelling is een literatuuronderzoek uitgevoerd waarbij de
volgende databanken zijn geraadpleegd: Pubmed, Cinahl, Cochrane en Omega. Er is gezocht naar RCT's en systematic reviews die minimaal een combinatie hebben van de termen scapular en shoulder impingement syndrome of synoniemen hiervoor. De methodologische kwaliteit van de systematic reviews is beoordeeld via de CBO schaal. De RCT's zijn beoordeeld met de PEDro- en CBO schaal.
Resultaten: 14 artikelen voldeden aan de gestelde criteria. Op de CBO schaal hadden de systematic reviews een A1-A2 score. De RCT's hadden een score van A2-B op de CBO schaal en op de PEDro schaal was de gemiddelde score een 6,3. Voor het verbeteren van de ROM en functie lijkt oefentherapie in combinatie met manuele technieken effectiever te zijn dan alleen oefentherapie. De literatuur is tegenstrijdig over het effect van fysiotherapeutische behandelingen op pijn. Er zijn geen studies die alleen de behandeling van scapulaire disfunctie beschrijven. De behandeling van scapulaire disfunctie maakt in de studies deel uit van algemene oefentherapie. Handvattingen, oefeningen en parameters worden minimaal beschreven.
Conclusie: Er zijn aanwijzingen dat de behandeling van scapulair disfunctioneren in combinatie met andere therapieën kan zorgen voor een verbetering van scapulaire en glenohumerale ROM en het functioneren. In de literatuur is veel tegenstrijdigheid over het effect op pijn. Er is meer onderzoek nodig naar specifieke therapie gericht op scapulair disfunctioneren bij patiënten met SIS.
Organisatie | Hogeschool Utrecht |
Opleiding | Fysiotherapie |
Afdeling | Bewegingsstudies |
Jaar | 2012 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |