Samenvatting
Dit onderzoeksrapport gaat over de participatie van de bewoners van Beschermd wonen Broersblok van Geestelijke Gezondheidszorg Westelijk Noord-Brabant. In een participatiemaatschappij wordt verwacht dat alle burgers daaraan gaan deelnemen inclusief de gebruikers van de geestelijke gezondheidszorg. Deze verandering in Nederland anno 2016 betekent niet alleen bedreigingen in de vorm van onontkoombare bezuinigingen maar biedt ook kansen voor de participatie en emancipatie van kwetsbare burgers. De bedoeling is de empowerment te vergroten oftewel van de krachten van deze burgers uit te gaan en deze op de juiste manier te ondersteunen. Zonder empowerment geen participatie en vice versa.
Omdat een aanzienlijk deel van de populatie van Broersblok weinig of geen dagbesteding heeft, weinig contacten buitenshuis dus nauwelijks participeert, is dit het onderwerp van dit onderzoek geworden. Doel is uit te vinden hoe de begeleiders de participatie van de cliënten kunnen verhogen. De onderzoeksmethode is een kwalitatieve survey door middel van interviews die voortborduren op de literatuurstudie.
De doelgroep van dit onderzoek wordt gevormd door de bewoners van Beschermd wonen van Geestelijke Gezondheidszorg Westelijk Noord-Brabant (verder GGZ WNB), locatie Broersblok. Sommigen nemen deel aan een therapie, of hebben (vrijwilligers)werk maar een deel van deze cliënten participeert maar gering. Er werden zes interviews afgenomen van de cliënten oftewel respondenten om uit te zoeken hoe het eruit ziet met hun participatie. Daarnaast werden zes begeleiders oftewel informanten bevraagd over hun werkwijze en ondersteuning van cliënten.
Tot de belangrijkste resultaten van deze interviews behoren de bevindingen dat begeleiders aan empowerment en zelfregie van de cliënten werken maar het wordt niet altijd zo bevonden door de cliënten. Beide groepen geven wel aan dat ze de persoonlijke alliantie, de relatie, erg belangrijk vinden wat in literatuuronderzoek ook benadrukt wordt. Verder geven allebei de groepen aan voor hoeveel last en exclusie een stigma zorgt, naast het geringe netwerk.
De belangrijkste conclusie: omdat het succes van de begeleiding grotendeels van het succes van de persoonlijke alliantie afhangt, is het van belang in deze te investeren. Verder wordt het herstel belemmerd door het stigma waartegen gestreden dient te worden. Het rapport wordt afgesloten met een aantal aanbevelingen zoals voortgekomen uit het praktijkonderzoek betreffende alliantie, stigma en netwerk. Deze zijn op korte of lange termijn toepasbaar bij de woon ondersteunende zorg Broersblok.
Een aanbeveling betreft een vervolgonderzoek over Kwartier maken. Met andere woorden over de inclusie van kwetsbare burgers in echte ontmoetingsplaatsen maar ook over verandering van de sfeer in de maatschappij omtrent deze doelgroep.
Organisatie | HZ University of Applied Sciences |
Opleiding | Social Work |
Afdeling | Domein Health, Education & Wellbeing |
Partner | GGZ Westelijk Noord Brabant (GGZ WNB) |
Datum | 2016-10-07 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |