Kwalitatief onderzoek in motiverende en belemmerende factoren in het wel of niet deelnemen van ouderen aan reguliere sport- en of beweegprogramma’s
Kwalitatief onderzoek in motiverende en belemmerende factoren in het wel of niet deelnemen van ouderen aan reguliere sport- en of beweegprogramma’s
Samenvatting
De opdrachtgever voor dit onderzoek is Stichting Welzijn Ouderen in Bergen op Zoom. Stichting Welzijn Ouderen maakt gebruik van Bewegen op Recept. Bewegen Op Recept (BOR) is een op huisartsen gerichte interventie met als doel het bevorderen van de beweegactiviteit van mensen die niet of nauwelijks sporten. De doelgroep bestaat uit patiënten die zich in de eerstelijns huisartsenpraktijk presenteren met niet afnemende klachten wegens overgewicht, type 2 diabetes, bewegingsarmoede, rugklachten en/of spanningsklachten. Wanneer de huisarts het idee heeft dat beweging de gezondheid van de betrokken cliënt ten goede zal komen, kan hij een BOR-recept uitschrijven. Dit om de doelgroep te leiden naar een reguliere sport of bewegingsaanbod. Het programma Bewegen op Recept wordt bijna niet meer gebruikt. De toestroom van ouderen via de eerstelijnszorg is bijna nihil, en de functie beweegcoach bestaat ook al niet meer. De aanleiding van dit onderzoek is de vraag vanuit het stage bedrijf om te onderzoeken welke factoren een rol spelen in het wel of niet deelnemen van de ouderen aan reguliere sport en beweegprogramma’s. Door inzichtelijk te maken welke factoren een rol spelen in het wel of niet deelnemen van de ouderen aan reguliere sport en beweegprogramma’s hoopt het stagebedrijf verbeteringen te maken op het gebied van Bewegen op Recept.
Methode
Kwalitatief onderzoek is uitgevoerd onder de ouderen die via Bewegen op Recept naar Stichting Welzijn Ouderen zijn gegaan. De gegevens zijn verzameld door middel van semigestructureerde interviews. De respondenten zijn thuis of op het kantoor van Stichting Welzijn Ouderen geïnterviewd. Na afname van de interviews zijn de opnamen getranscribeerd en gecodeerd. De labels zijn gehaald uit de literatuur die in het theoretisch kader is beschreven en uit de opgestelde topiclijst. Deze labels zijn omgezet in thema’s en zo tot vragen voor het interview gemaakt om ieder thema uit te werken. Van deze thema’s zijn ook de labels voor het codeerformat geformuleerd. Vanuit de verschillende labels is gekeken hoe de ouderen over verschillende onderwerpen dachten om daarmee de deelvragen te kunnen beantwoorden. Er is gecodeerd vanuit een startlijst van Migchelbrink (2008), de thema’s/labels zijn gekomen vanuit de probleemstelling, het theoretisch kader, de onderzoeksvraag en de deelvragen.
Resultaten
Uit het onderzoek kan geconcludeerd worden dat de attitude van de ouderen ten aanzien van het bewegen goed is. Alle ouderen vinden het belangrijk om te bewegen omdat ze weten dat het goed is voor hun gezondheid, of omdat ze het gewoonweg leuk vinden om te doen. Uit het onderzoek kan geconcludeerd worden dat sociale invloed in het deelnemen aan beweegprogramma’s een positief effect heeft. Doordat familie of vrienden en voornamelijk de
Metadataformulier digitale scriptie HBO-Kennisbank versie 4.1 NL-ENG d.d. 12-05-2014
2
partner steun bieden aan de betreffende persoon, wordt deze toch gemotiveerd om te gaan bewegen. De inschatting van eigen effectiviteit speelt een grote rol ten aanzien van het bewegen. Als ze denken het gedrag niet aan te kunnen, doen ze dit ook niet. Als hun gevoel goed is bij een bepaald gedrag, houden ze dit gedrag ook aan. Ervaren van onvoldoende gezondheid is de grootste barrière die ouderen ervaren in dit onderzoek. Wanneer dit gepaard gaat met klachten zorgt dit voor grote belemmeringen. In het onderzoek is te zien dat ouderen niet bekend zijn met beweegnormen en soms weinig kennis hebben over beweging en gezondheid. Hieruit kan je concluderen dat hun kennis daarover niet voldoende is. Het beeld van de ouderen over hun eigen gezondheid is positief. Al moet wel gezegd worden dat sommige ouderen denken gezond te leven terwijl dit niet terug was te zien in de antwoorden die zij gaven over hun leefstijl. Ook kan geconcludeerd worden dat veel ouderen in dit onderzoek niet wisten van het bestaan van Stichting Welzijn Ouderen.
Conclusies
De conclusie uit dit onderzoek is dat een positieve attitude, steun krijgen vanuit de sociale omgeving, een goede eigen effectiviteit hebben, barrières, naamsbekendheid en kennis factoren zijn die bepalen of ouderen wel of niet deelnemen aan sport- of beweegactiviteit.
Aanbevelingen
De volgende aanbevelingen zijn gegeven naar aanleiding van het onderzoek. Ten eerste moeten er kleedkamers komen voor de ouderen die sporten bij Stichting Welzijn Ouderen. Er moet bekendheid gecreëerd worden omdat ouderen vaak niet weten wat Stichting Welzijn Ouderen is en doet. Huisartspraktijken (praktijkondersteuners) moeten weer gemotiveerd worden om ouderen aan het bewegen te krijgen. Ouderen moeten een vriend of vriendin meenemen naar hun eigen beweegactiviteit om zo ook deze ouderen te motiveren te gaan bewegen. Het beweegtraject waarin de ouderen zitten door middel van Bewegen op Recept moet van drie maanden naar zes maanden verlengd worden. De ouderen proberen zes aangesloten maanden achter elkaar te laten sporten om gedrag te veranderen. Als een oudere terugvalt, dus stopt met sporten, dit samen evalueren. De beweegcoach moet in het eerste gesprek voorlichting geven over de positieve en negatieve effecten van wel of niet bewegen. Hierdoor krijgen ouderen betere kennis om verantwoorde keuzes te maken. Laten onderzoeken waarom huisartspraktijken (praktijkondersteuners) geen ouderen meer doorsturen naar Stichting Welzijn Ouderen. En als laatst laten onderzoeken wat huisartspraktijken van Bewegen op Recept vinden en of er nog behoefte is aan een beweegcoach.
Organisatie | HZ University of Applied Sciences |
Opleiding | Sport- & Bewegingseducatie |
Afdeling | Domein Economie |
Partner | Stichting Welzijn Ouderen |
Datum | 2016-03-16 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |