Samenvatting

Deze scriptie heeft als centrale vraag:
“Op welke wijze dient de advisering op het gebied van veranderingen in de arbeidsomstandigheden aan een payrollwerknemer, een payrollorganisatie of inlener, door een advocaat te worden aangepast naar aanleiding van de invoering van de Wwz?”
De scriptie behandelt het vraagstuk welke gevolgen de invoering van de Wwz heeft voor de payrollconstructie. Er wordt hierbij in gegaan op het opvolgend werkgeverschap, de ketenregeling, het ontslag/ontbinding, de transitievergoeding, het overzetten naar de payrollconstructie en de herplaatsingsplicht. Dit alles door de ogen van de drie betrokken partijen. Ook de kwalificatie van deze bijzondere flexibele arbeidsconstructie komt aan bod. Geconcludeerd kan worden dat de payrollconstructie een arbeidsovereenkomst is in de zin van artikel 7:610 BW, en niet een uitzendconstructie ex. artikel 7:690 BW. Daarnaast is opgevallen dat de termijn van de ketenregeling is verlaagd, er eerder sprake is van opvolgend werkgeverschap, de toekomstige payroll-werknemer ondubbelzinnig moet instemmen met de overgang naar de payrollconstructie, de payrollorganisatie de transitievergoeding moet betalen, partijen mogelijkheid hebben tot o.a. hoger beroep,dat de ontslagroute is veranderd en dat de payrollorganisatie een herplaatsingsverplichting zodra de opdracht tussen inlener en payrollorganisatie is stopgezet.