Zon, zee en .zin? Antoni Gaudí
de zingevingvragen van vrouwelijke C.V.A. -patiëntenin de eerste 6 maanden na een klinische opname.Zon, zee en .zin? Antoni Gaudí
de zingevingvragen van vrouwelijke C.V.A. -patiëntenin de eerste 6 maanden na een klinische opname.Samenvatting
Dit onderzoek vond plaats binnen het kader van mijn afstuderen voor de HBO opleiding Godsdienst / Pastoraal werk aan het "Windesheim" te Zwolle.
Mijn stageplaats, "Revalidatie Friesland", was de inspiratiebron van dit onderzoek. Daar lagen al ideeën om een onderzoek te gaan doen naar spiritualiteit en zingeving bij ex-revalidanten. Mijn onderzoek is een klein aandeel welke binnen Revalidatie Friesland een aanzet kan zijn tot verder onderzoek.
Aangezien mijn stage als geestelijk verzorger zich afspeelde binnen de C.V.A. afdeling, ging mijn aandacht al snel uit naar deze doelgroep. C.V.A. patiënten hebben naast uitval van lichamelijke functies ook te maken met storingen op het cognitieve vlak. Dit maakt de doelgroep specifiek om te onderzoeken. Welke zingevingvragen komen aan de orde en hoe zien zij zichzelf? Vinden er veranderingen plaats in het beeld dat zij van zichzelf hebben?
Omdat vrouwen hun dagen anders invullen dan mannen is er gekozen voor het vrouwelijke geslacht onder de C.V.A. patiënten.
Ook is er literatuuronderzoek gedaan en vond er een licht toetsend onderzoek plaats van het model "Tussen naam en identiteit" van 'van Knippenberg' (Knippenberg van, T.J., 2005).
De resultaten van de interviews zijn uitgewerkt en ondergebracht in het model waardoor de zingevingvragen naar boven kwamen drijven.
Het blijkt dat er inderdaad veel zingevingvragen gaan spelen na een klinische opname.
Alle respondenten geven aan dat zij met goede hoop het revalidatiecentrum hebben verlaten maar juist thuis worden geconfronteerd met het nieuwe leven. Daar begint de periode van rouw en verwerking. Zij worden geconfronteerd met alle kleine, soms onbenullig lijkende zaken, die niet meer gaan en waar ze altijd plezier aan beleefden. De hoop dat alles snel weer als vanouds zal zijn is vervlogen. Er is een besef van een nieuwe realiteit, dat het leven nu anders is, dat mensen haar anders zien en soms zelfs ontlopen.
Er is sprake van verlies op het relationele vlak, van arbeid, van sociale en maatschappelijke activiteiten en contacten.
Twee respondenten spreken in termen van 40% - 60 % procent wanneer zij zich een waarde toe kennen, maar hopen dat het beter wordt. Onzeker is de toekomst, wat kan ik straks nog?
De vraag naar de zin van het leven en het veranderende beeld van zichzelf is niet expliciet aanwezig. Het narratieve verhaal is nodig om deze boven te halen. In het vertellen van haar verhaal laat zij zichzelf zien. Laat ze zien wie er belangrijk voor haar zijn en voor wie zij belangrijk is. In dit vertellen wordt een kwetsbare vrouw zichtbaar. Een vrouw die zich afvraagt: wie ben ik nog?
Organisatie | Hogeschool Windesheim |
Afdeling | Education |
Jaar | 2011 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |