Voortgezet technisch lezen
een doorlopend procesVoortgezet technisch lezen
een doorlopend procesSamenvatting
In dit praktijkonderzoek wordt gezocht naar de oorzaken van de leesachterstanden binnen het voortgezet technisch leesproces. Dit onderzoek heeft betrekking op groep drie, vier en vijf van Jenaplanschool 'de Oldenije'. De leerkrachten hebben geen inzicht in de factoren die bijdragen aan de leesachterstanden. Dit onderzoek gaat in op de handvaten die noodzakelijk zijn bij het werken met leesachterstanden binnen het voortgezet technisch leesproces.
Uit de literatuur bleek dat de ontwikkeling van de woordenschat, de automatisering van het technisch lezen en het ontwikkelen van technische leesvaardigheden belangrijke voorspellers zijn voor het vloeiend (technisch) lezen. Tevens geeft de literatuur het belang van een doorlopende leerlijn en een effectieve leesmethode aan. Ook wordt in de literatuur vermeld dat voor optimale leesresultaten de leerkracht moet werken vanuit het directe instructie model.
Uit verschillende bronnen is gebleken dat het klassenmanagement een cruciale rol speelt bij het begeleiden van risicolezers. Door extra effectieve leestijd, intensieve instructie, differentiatie en gevarieerde werkvormen toe te passen, zullen achterstanden binnen het voortgezet technisch leesproces sneller worden ingehaald en/of gesignaleerd. Uit literatuuronderzoek werd tevens duidelijk dat interventies buiten de groep zoveel mogelijk vermeden moeten worden. Wanneer intensieve instructie en extra effectieve leertijd binnen de groep niet het beoogde effect heeft, zullen deze risicolezers wel buiten de groep begeleid moeten worden.
Uit de vrije observaties van jenaplanschool 'de Oldenije' is gebleken dat een eenduidige visie op directe instructie en organisatie binnen het voortgezet technisch leesproces ontbreekt. Iedere leerkracht werkt vanuit eigen instructieprincipes en past interventies vanuit eigen richtlijnen toe. Tevens is uit de document analyse gebleken dat leerkrachten geen zicht hebben op de ontwikeling van risicolezers, omdat resultaten niet op adequate wijze in de zorgmap vermeld worden. De interventies binnen- en buiten de groep sluiten niet op elkaar aan, waardoor doelstellingen niet op elkaar afgestemd worden.
Om de praktijksituatie van jenaplanschool 'de Oldenije' te koppelen aan de documentanalyse zijn in het onderzoek zes leerkrachten van de boven-en middenbouw bevraagd over de visie op effectief voortgezet technisch leesonderwijs. Tevens zijn er twee specialisten, de intern begeleider en een leesspecialist middenhouw, geinterviewd om te onderzoeken of zij hetzelfde concept nastreven als de leerkrachten.
In het onderzoek wordt geconcludeerd dat risicolezers onder andere effectief begeleid kunnen worden door het ontwikkelen van een eenduidige visie op directe instructie. Ook moeten er richtlijnen worden opgesteld voor het signaleren van risicolezers. Het moet voor de leerkrachten duidelijk zijn wanneer en op welke wijze risicolezers binnen-en/of buiten de groep begeleid worden. Tenslotte is het van belang dat er binnen jenaplanschool 'de Oldenije' meer effectieve lees- en begeleidingstijd wordt toegevoegd aan de weekplanning, waarbij het maken van leeskilometers en het geven van extra verlengde instructie of begeleide inoefening de belangrijkste speerpunten moeten worden.
Organisatie | Hogeschool Windesheim |
Afdeling | Education |
Partner | Jenaplanschool de Oldenije te Leeuwarden |
Jaar | 2013 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |