Adverse events bij CVA patiënten met en zonder dysfagie
Adverse events bij CVA patiënten met en zonder dysfagie
Samenvatting
Introductie: Jaarlijks worden in Nederland 41.000 mensen getroffen door een CVA. Slikklachten, oftewel dysfagie, is één van de mogelijke gevolgen van een CVA. Uit internationale literatuur blijkt dat het percentage slikklachten na een beroerte geschat wordt tussen de 22% en 65%. Het is noodzakelijk dysfagie vroegtijdig te onderkennen omdat de gevolgen levensbedreigend kunnen zijn. Dysfagie is een risicofactor voor aspiratiepneumonie, ondervoeding en een voorspeller van sterfte. Deze negatieve veranderingen in de gezondheid van de patiënt worden ook wel 'adverse events' genoemd. Adverse events ten gevolge van een beroerte werden in meerdere studies onderzocht, er zijn echter nauwelijks lange termijn studies bekend. Met dit onderzoek worden de adverse events onder de aandacht gebracht. Er is informatie verzameld over de stand van zaken met betrekking tot de huidige zorg. Hierbij staat het verbeteren van de zorg voor CVA patiënten centraal. Methode: In deze bachelorthesis zijn de adverse events ‘dysfagie', 'ondervoeding', 'pneumonie' en 'sterfte’ onderzocht bij CVA patiënten. De populatie bestond bij aanvang uit zestig patiënten, verworven binnen één perifeer ziekenhuis, waarbij een longitudinaal onderzoek werd uitgevoerd. Hierbij werden gedurende de eerste drie maanden post-stroke dysfagie en de adverse events gemeten. Resultaten: Dysfagie komt post-stroke bij 39% van de patiënten voor en komt één week post-stroke bij 35% van de patiënten voor. Ondervoeding komt bij alle meetmomenten voor, terwijl uit de resultaten blijkt dat sterfte vooral één maand post-stroke (21%) voorkomt. Daarnaast blijkt dat bij drie van de vijf patiënten met een pneumonie ook sprake was van dysfagie. Twee patiënten zijn gestorven aan de gevolgen van een pneumonie; dit is een percentage van 28,6%. Twee patiënten met een pneumonie hadden geen last van slikproblemen. In dit onderzoek kwam naar voren dat de meeste gevallen van pneumonie in de eerste maand post-stroke voorkwamen. Conclusie: De verkregen resultaten geven de frequentie van de adverse events en de samenhang tussen dysfagie en de adverse events weer. Uit dit onderzoek blijkt dat de adverse events relatief vaak voorkomen. Het bepalen van een samenhang tussen dysfagie en adverse events was onmogelijk. Hiervoor was de populatie te klein.
Organisatie | Zuyd Hogeschool |
Opleiding | Logopedie |
Afdeling | Faculteit Gezondheidszorg |
Datum | 2011-01-20 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |