Samenvatting

Er is verandering gaande in de Nederlandse melkveesector. De laatste jaren zijn wet- en regelgeving veranderd en wordt er aangestuurd op kringlooplandbouw. Stakeholders hebben een visie over de melkveehouderij in Nederland, maar ook melkveehouders hebben hun eigen visie hierop. Dit kan per regio verschillen. Voor adviseurs is het belangrijk om op de hoogte te zijn van de overeenkomsten en verschillen in visie, zodat zij hier op in kunnen spelen. Om de adviseurs in de Achterhoek handvatten te geven op dit gebied wordt in dit onderzoek de volgende vraag beantwoord: ‘Wat zijn de verschillen en overeenkomsten in de sectorvisies van de stakeholders en de ontwikkelingen binnen de sector volgens Achterhoekse melkveehouders voor 2030?’. Om antwoord te kunnen geven op deze vraag is er onderzoek gedaan waarbij de visies van de stakeholders de basis vormen van stellingen die aan tien Achterhoekse melkveehouders zijn voorgelegd in semigestructureerde interviews. De betrokken stakeholders in dit onderzoek zijn FrieslandCampina, Rabobank, ABN-AMRO, LTO, NZO en de Nederlandse overheid. De betrokken melkveehouders in dit onderzoek zijn tussen de 20 en 40 jaar oud en hebben een bedrijfsgrootte van 60 tot 150 melkkoeien. De verkregen data is geanalyseerd met behulp van het DESTEP-model. Dit model is onderverdeeld in de volgende thema’s: demografie, economie, sociaal-cultureel, technologie, ecologie en politiek-juridisch. De visies van alle stakeholders zijn onderverdeeld in deze categorieën en zijn daarna samengevat. Dit is ook gedaan voor de visies van de melkveehouders. Daarna zijn alle aspecten van het DESTEP-model van beide samenvattingen met elkaar vergeleken en zijn de overeenkomsten en verschillen vastgesteld. Er zijn verschillen aangetoond op het gebied van demografie, economie, technologie en ecologie binnen het DESTEP-model. Overeenkomsten zijn aangetoond op alle vlakken van het DESTEP-model. Doordat er slechts tien melkveehouders zijn geïnterviewd zijn de resultaten van dit onderzoek slechts een indicatie en geldt dit mogelijk niet voor alle melkveehouders in de Achterhoek. Met behulp van de overeenkomsten en verschillen die naar voren zijn gekomen in dit onderzoek hebben adviseurs in de Achterhoek handvatten gekregen waarmee zij melkveehouders kunnen prikkelen om na te denken over de bedrijfsvoering. Voor vervolgonderzoek wordt aangeraden om een soortgelijk onderzoek op grotere schaal uit te voeren, zodat er harde uitspraken gedaan kunnen worden over de resultaten. Daarnaast behoort ook het realiseren van een scorekaart tot de mogelijkheden voor vervolgonderzoek om op die manier de visies melkveehouders op individueel niveau te kunnen vergelijken met de visies van stakeholders.