De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

De motoriek van niet-sporters, balsporters en niet-balsporters

Open access

De motoriek van niet-sporters, balsporters en niet-balsporters

Open access

Samenvatting

De vraag bij dit onderzoek is of er een verschil in motoriek zit bij balsporters, niet-balsporters en niet-sporters en ook of er een verschil zit bij de onder- en de bovenbouw van de basisschool. Er is bij basisschool leerlingen gekeken wat de motorische leeftijd is middels de 4 SS-en test. Vervolgens is de motorische voorsprong berekend door de kalenderleeftijd van de leerlingen op de testdag, van de motorische leeftijd af te halen. Vervolgens is de motorische voorsprong in dagen omgerekend, door dit te delen door het aantal dagen in een jaar; 365,25. De leerlingen werden opgedeeld in drie groepen 1)balsporters, 2)niet-balsporters en 3)niet-sporters. Deze groepen zijn vergeleken met een ANOVA (met bonferonni correctie) analyse. Ook werden de groepen nog eens opgedeeld in onderbouw en bovenbouw. Er is een verschil gevonden in motorische voorsprong van 105 dagen(p<0,01) tussen de niet sporters en niet-bal-sporters, van 180 (p<0,01) dagen tussen de niet-sporters en bal-sporters en van 75 dagen(p<0,01) tussen bal sporters en niet-bal-sporters. Er is uit verdere analyse gebleken dat er een significant verschil bestaat in motorische voorsprong van 353,04 dagen(p<0,01) tussen niet-sporters in de onder- en bovenbouw. Ook is er gebleken dat er een significant verschil bestaat in motorische voorsprong van 301,45 dagen (p<0,01) tussen de niet-balsporters bij de onder- en de bovenbouw. Tenslotte was er ook een verschil in motorische voorsprong van 252,82 dagen (p<0,01) bij de balsporters in de onder- en bovenbouw. Er is een verschil gevonden in de motorische vaardigheden bij balsporters, niet-balsporters en niet-sporters. Er is ook verschil gevonden in de onder- en bovenbouw bij de drie groepen. Als je op een basisschool groepen zou willen indelen op basis van gelijke niveaus van motoriek kan er gekeken worden naar de sportdeelname aan georganiseerde sport van leerlingen. Op die manier kan er makkelijk gedifferentieerd worden binnen de gymles. Er zou ook meer onderzoek gedaan kunnen worden naar de oorzaak van het verschil door middel van longitudinaal onderzoek met als doel verbeteringen aanbrengen in het vakwerkplan van de vakdocent.

Toon meer
OrganisatieHogeschool van Amsterdam
OpleidingAcademie voor Lichamelijke Opvoeding
AfdelingBewegen, Sport en Voeding
Jaar2018
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk