Ondervoeding in kaart gebracht: een onderzoek naar de prevalentie van ondervoeding en de voedingstoestand op de geriatrische revalidatieafdelingen van Zonnehuis Amstelveen
Ondervoeding in kaart gebracht: een onderzoek naar de prevalentie van ondervoeding en de voedingstoestand op de geriatrische revalidatieafdelingen van Zonnehuis Amstelveen
Samenvatting
Achtergrond: Ondervoeding is een actueel zorgprobleem. Met name onder revalidatiepatiënten ligt de prevalentie van ondervoeding hoog. Echter is bij deze doelgroep weinig onderzoek uitgevoerd omtrent de voedingstoestand. Doel: Door met dit onderzoek meer inzicht te verkrijgen in de voedingstoestand tijdens opname op de revalidatieafdelingen, wordt er getracht om met behulp van aanbevelingen het voedingsbeleid in Zonnehuis Amstelveen te verbeteren. Methoden: Het kwantitatieve onderzoek is uitgevoerd onder revalidatiepatiënten en bestond uit twee delen. Eerst is door middel van cross-sectioneel onderzoek de prevalentie van ondervoeding gemeten. Iemand was ondervoed indien sprake was van een BMI <18,5 kg/m2 (18-69 jaar) en BMI <20 kg/m2 (≥70 jaar) en/of onbedoeld gewichtsverlies van >10% in zes maanden en/of >5% in een maand. Vervolgens zijn de deelnemers onderverdeeld in twee groepen. Groep 1 bestond uit ondervoede revalidanten met diëtistische begeleiding en groep 2 uit niet-ondervoede revalidanten zonder diëtistische begeleiding. Door middel van observationeel onderzoek is de voedingstoestand tijdens de eerste 6 weken na opname in kaart gebracht. De volgende parameters zijn verzameld: energie- en eiwitinname, VVMI en gewichtsbeloop. Alle verzamelde data zijn ingevoerd in IBM SPSS Statistics 24. De verschillen werden getoetst met behulp van een gepaarde t-toets. Er is een significantieniveau van 5% aangehouden (p<0,05). Resultaten: De onderzoekspopulatie van de prevalentiemeting bestond uit 25 deelnemers. 36% bleek ondervoed te zijn. Bij 7 ondervoede (groep 1) en 7 niet-ondervoede (groep 2) deelnemers is het verloop van de voedingstoestand gemeten. Na 6 weken opname was de voedingsinname van groep 1 gestegen. De energiebehoefte werd voor 28% meer gedekt (p=0,01). Voor de eiwitbehoefte gold een stijging van 21% (p=0,06). De VVMI van groep 1 daalde met 0,6 kg/m2 (p=0,04) en het gewicht bleef stabiel (-0,1 kg, p=0,93). Bij groep 2 was het gewicht na 6 weken gedaald met 0,9 kg (p=0,5). In week 6 werd gemiddeld 83% van de energie- en 81% van de eiwitbehoefte gedekt. Conclusie: Dit onderzoek toont aan dat de prevalentie van ondervoeding op de revalidatieafdeling hoger is dan in de totale Nederlandse gezondheidszorg. Ondanks de inzet van de diëtist blijkt de voedingstoestand niet significant te zijn verbeterd. Daarnaast lijkt ook het gewicht van de niet-ondervoede revalidanten af te nemen tijdens opname, wat het gevolg zou kunnen zijn van de niet toereikende energie- en eiwitinname.
Organisatie | Hogeschool van Amsterdam |
Opleiding | Voeding en Diëtetiek |
Afdeling | Bewegen, Sport en Voeding |
Jaar | 2018 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |