Motorisch leren: Impliciet versus expliciet leren
Motorisch leren: Impliciet versus expliciet leren
Samenvatting
Het doel van dit onderzoek was om te bekijken of er een verschil was in motorisch leereffect tussen de impliciete en de expliciete leermethode, bij de Fosbury flop. In totaal hebben er 58 leerlingen meegedaan. Een groep van 27 leerlingen heeft de beweging aangeleerd gekregen volgens de impliciete leermethode en 29 leerlingen hebben de beweging aangeleerd gekregen volgens de expliciete leermethode. Bij alle leerlingen is een voormeting en een nameting afgenomen, waartussen drie lessen zaten. Hierna volgde een retentiemeting met daarvoor een oefenloze week. Uit een Friedman Anova Test bleek dat er voor beide groepen een motorisch leereffect te vinden was (p < 0,01). Vervolgens bleek uit de Wilcoxon Signed-Ranks Test dat er bij de impliciete groep tijdens de nameting een significant verschil was ten opzichte van de voormeting Z = -2, 97, p < 0,01. Tussen de voor- en retentiemeting was er tevens een significant verschil Z = -3,48, p < 0,01. Tussen de na- en retentiemeting was er geen significant verschil, namelijk Z = -0,33, p = 0,74. Bij de expliciete groep kwam er een significant verschil tussen de voor- en nameting Z = -4,42, p < 0,01 en tussen de voor- en retentiemeting Z = -4,25, p < 0,01. Alleen tussen de na- en retentiemeting was geen significant verschil te vinden Z = -0,63, p = 0,53. Als laatste is er een Mann-Whitney U Test uitgevoerd. Deze test liet zien dat bij de voormeting het motorisch verschil hoger lag bij de impliciete leergroep (mean rank = 29,11) dan bij de expliciete leergroep (mean rank = 27,93), maar dit verschil was niet significant U = 375,00, Z = -0,27, p = 0,785. Uit de nameting kwam een significant verschil in leereffect waarbij de expliciete lerende groep (mean rank = 34,62) hoger scoorde dan de impliciet lerende groep (mean rank = 21,93) U = 214,00, Z = -3,00, p = < 0,01. Als laatste gaf de test aan dat er ook een significant leereffect bij de retentiemeting was, waarbij de expliciet lerende groep (mean rank = 34,60) een betere score had dan de impliciet lerende groep (mean rank = 21,94) U = 214,500, Z = -2,93, p = < 0,01. Uit de resultaten kan geconcludeerd worden dat er bij beide groepen een verbetering van motorisch leren heeft plaatsgevonden. Wel heeft de expliciete groep een groter motorisch leereffect opgedaan. De aanbeveling voor de beroepspraktijk is om de voorkeur te geven aan de expliciete leermethode voor kinderen tussen tien en twaalf.
Organisatie | Hogeschool van Amsterdam |
Opleiding | Academie voor Lichamelijke Opvoeding |
Afdeling | Bewegen, Sport en Voeding |
Jaar | 2018 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |