Een onderzoek naar de invloed van autonomie op de motorische ontwikkeling van leerlingen in het basisonderwijs
Een onderzoek naar de invloed van autonomie op de motorische ontwikkeling van leerlingen in het basisonderwijs
Samenvatting
Het doel van dit onderzoek was de invloed van autonomie op de dynamische balans van leerlingen in het basisonderwijs te meten. In dit onderzoek is één aspect van de dynamische balans onderzocht, de sprongkracht. Voor de metingen is gebruik gemaakt van de 4-vaardighedenscan van Van Gelder, et al. (2010). Dit onderzoek is gefocust op de test springen-kracht. Aan dit onderzoek hebben 440 leerlingen deelgenomen van twee basisscholen in Amsterdam-Zuidoost, waarvan 216 jongens en 224 meisjes. De leerlingen in de interventiegroep hebben veel autonomie in de gymles. De leerlingen uit de controlegroep hebben weinig autonomie in de gymles. De data is aan de hand van een Mann Whitney-U test geanalyseerd. Op de gemiddelde spronglengte is een positief significant verschil gevonden tussen leerlingen van de interventiegroep en leerlingen van de controlegroep (p=0,009). Op de spronglengte van het sterkste been is een positief significant verschil gevonden tussen leerlingen van de interventiegroep en leerlingen van de controlegroep (p=0,003). Ook op de spronglengte van het zwakste been is een positief significant verschil gevonden tussen leerlingen van de interventiegroep en leerlingen van de controlegroep (p=0,035). Het is dus aannemelijk dat meer autonomie leidt tot een betere dynamische balans. Echter, nader onderzoek is nodig om tot deze conclusie te kunnen komen. Aanbeveling voor de beroepspraktijk is de autonomie gematigd toe te passen in het bewegingsonderwijs, tot nader onderzoek is uitgevoerd.
Organisatie | Hogeschool van Amsterdam |
Opleiding | Academie voor Lichamelijke Opvoeding |
Afdeling | Bewegen, Sport en Voeding |
Jaar | 2018 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |