Samenvatting

Voordat een kind zich kan ontwikkelen, is een veilige omgeving van belang. Zodra een kind zich veilig voelt, kan het zich open stellen voor wat de omgeving te bieden heeft. Daarnaast moet het gestimuleerd worden en is verbale en non-verbale communicatie belangrijk. Iedere dag leert het kind nieuwe woorden, neemt deze woorden op in het geheugen en geeft er betekenis aan. Zo ontstaat een woordenschat. De woordenschat van kinderen bestaat uit receptieve woorden, de woorden die een kind begrijpt, en productieve woorden, de woorden die het kind daadwerkelijk gebruikt. Om ervoor te zorgen dat de woordenschat van kinderen groter wordt, is het aanbieden van woorden belangrijk. Dit aanbieden van woorden kan met behulp van voorwerpen, afbeeldingen, prentenboeken en digitale prentenboeken. Wanneer er gebruik gemaakt wordt van (digitale) prentenboeken, is het van belang dat het verhaal op een boeiende manier voorgelezen wordt. De kinderen moeten zich betrokken voelen bij het verhaal en aandacht hebben voor de illustraties die het verhaal verbeelden.