Onduidelijkheden en knelpunten als gevolg van de herziene Wet op de dierproeven
een analyse, voorspelling en advies voor het werkveld, gericht op het inschatten en inschalen van ongeriefOnduidelijkheden en knelpunten als gevolg van de herziene Wet op de dierproeven
een analyse, voorspelling en advies voor het werkveld, gericht op het inschatten en inschalen van ongeriefSamenvatting
Op 22 september 2010 heeft de Europese Commissie voor Milieu een nieuwe Europese dierproevenrichtlijn (2010/63/EU) gepubliceerd. De veranderingen in deze richtlijn, waaronder de vernieuwde ongeriefschalen, moesten geïmplementeerd worden in de Nederlandse wet- en regelgeving. De Nederlandse regering heeft besloten om de Wod uit 1996 te herzien. Vanaf het publiekelijk maken van deze herziene Wet op de dierproeven (Wod 2014) op 18 december 2014 moest het werkveld de wetswijzigingen doorvoeren en moest het ongerief in dierproeven volgens de herziene ongeriefschalen worden ingeschaald. Zo bestaan de Nederlandse ongeriefschalen niet meer uit zes categorieën (gering, gering/matig, matig, matig/ernstig, ernstig en zeer ernstig), maar uit vijf categorieën (terminaal, licht, matig, ernstig en ernstig overstijgend). Ondanks dat de herziene Wod (2014) publiekelijk is gemaakt, zijn er nog altijd onduidelijkheden omtrent de wijzigingen en consequenties die de herziene Wod (2014) met zich meebrengt in de praktijk. Om het werkveld tegemoet te komen, geeft dit rapport een overzicht van de wetswijzigingen en de mogelijke consequenties van de wijzigingen. Daarnaast worden aanbevelingen gedaan om de toepassing van de herziene Wod (2014) te vergemakkelijken. Dit rapport is gericht op het inschatten en inschalen van ongerief binnen dierproeven met (wilde) dieren in het laboratorium en wilde dieren in het vrije veld (biotoop).
Organisatie | Van Hall Larenstein |
Afdeling | Diermanagement |
Partner | Hogeschool Van Hall Larenstein |
Datum | 2015-03-24 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |