Duurzame en klimaatrobuuste herinrichting watersysteem Malburgen
een onderzoek naar de meest effectieve manier om het watersysteem van Malburgen zo min mogelijk afhankelijk te maken van externe wateraanvoerDuurzame en klimaatrobuuste herinrichting watersysteem Malburgen
een onderzoek naar de meest effectieve manier om het watersysteem van Malburgen zo min mogelijk afhankelijk te maken van externe wateraanvoerSamenvatting
De proeftuin Kop van de Betuwe is één van de proeftuinen van het Nationaal Deltaprogramma, waarin ruimtelijke opgaven worden gekoppeld aan klimaatadaptatie. Eén van de vraagstukken waar de proeftuin Kop van de Betuwe zich op richt is droogte. In de toekomst kunnen watertekorten optreden in de Betuwe door een veranderend klimaat en een toenemend waterverbruik. Effectief gebruik van de zoetwater voorraad van de Betuwe is wenselijk om droogtes beter het hoofd te kunnen bieden. Malburgen is een wijk in Arnhem-Zuid die gebruik maakt van de zoetwater voorraad van de Betuwe om zo het stedelijke watersysteem door te spoelen. Momenteel verliest deze wijk in droogtes veel water aan de Nederrijn, waardoor het aangevoerde water niet effectief wordt gebruikt. In deze rapportage wordt de volgende hoofdvraag beantwoord: Wat is, met het oog op duurzame en klimaatrobuuste herinrichting, de meest effectieve manier om het watersysteem van Malburgen zo min mogelijk afhankelijk te maken van externe wateraanvoer? Als doel wordt gesteld om een maatregelenpakket op te stellen voor duurzame en klimaatrobuuste herinrichting van het watersysteem in Malburgen, zodat de externe wateraanvoer verminderd kan worden. Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden en tot het doel te kunnen komen is als methodiek gekozen om een kwetsbaarheidscan en vervolgens een adaptatieplan op te stellen. In de kwetsbaarheidscan wordt duidelijk welke factoren het gebied kwetsbaar maken. Door middel van literatuurstudie, veldwerk, advies van waterspecialisten en watermodellen is het watersysteem beschreven en de werking ervan geanalyseerd. In de adaptatieplanning zijn op basis van doelstelling, eisen en criteria de gewenste situatie van het watersysteem en de herinrichtingmaatregelen duidelijk gemaakt door een literatuurstudie en advies van waterspecialisten. Met een modelanalyse is het effect van de maatregelen op het watersysteem bepaald, waardoor een maatregelenpakket opgesteld kon worden. De kwetsbaarheidscan maakt duidelijk dat het grond- en oppervlaktewater altijd sterk onder invloed heeft gestaan van de rivieren. Voor de aanleg van de bandijk in 1935 kon het watersysteem van Malburgen nog getypeerd worden als een uiterwaardsysteem, waarin overstromingen nog regelmatig plaatsvonden. Momenteel wordt het grond- en oppervlaktewater meer gereguleerd, waardoor de natuurlijke dynamiek is afgenomen. Desondanks heeft de rivier nog veel invloed op het grond- en oppervlaktewater in Malburgen. De zandige bodemopbouw laat, in tijden van hoge rivierstanden, veel rivier- en Veluwe kwel naar Malburgen stromen. In perioden met lage rivierstanden zijgt veel grond- en oppervlaktewater weg naar de drainerende Nederrijn. Wegzijging en verdamping maken het gebied kwetsbaar voor waterverlies. In de droge periode 29 juli 2003 – 29 augustus 2003 blijken wegzijging en verdamping ook de grootste verliesposten van water te zijn. Dit waterverlies heeft zich onder andere geuit door een afname in grondwaterberging. De oppervlaktewaterberging is minder gevoelig voor verandering, omdat er water wordt aangevoerd naar Malburgen. Voor adaptatieplanning wordt gestreefd naar een watersysteem dat minder afhankelijks is van externe wateraanvoer, maar het is niet wenselijk dat er knelpunten met hoge urgentie ontstaan. Het verlagen van het minimumpeil met 10 of 20 centimeter en het toepassen van een accoladeprofiel in de watergangen kunnen de gewenste situatie benaderen. Het verlagen van het minimumpeil resulteert in de potentiële knelpunten: verdroging, oxidatie in een cultuurhistorisch element en zuurstofarm water. Een potentieel knelpunt voor het toepassen van accoladeprofielen is dat de jaarlijkse uitlaat van water toeneemt en de inlaat niet wordt verminderd. Alle maatregelen creëren daarnaast een watersysteem dat niet voldoet aan de normen voor de bui T= 10 + 10% en de bui T= 100 + 10%. Het toepassen van uitsluitend een accoladeprofiel behoort niet tot de opties voor herinrichting, omdat de externe wateraanvoer niet wordt verminderd in dit scenario. De potentiële knelpunten van de overige maatregelen krijgen geen hoge urgentie, omdat ze heel tijdelijk optreden, geen grote gevolgen hebben of relatief gemakkelijk zijn op te lossen. Met het oog op duurzame en klimaatrobuuste herinrichting is de meest effectieve manier, om het watersysteem van Malburgen zo min mogelijk afhankelijk te maken van externe wateraanvoer, het toepassen van een accoladeprofiel in de watergangen in combinatie met 20 centimeter verlaging van het minimumpeil.
Organisatie | Van Hall Larenstein |
Afdeling | Land- en Watermanagement |
Partner | Hogeschool Van Hall Larenstein |
Grontmij | |
Jaar | 2015 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |