Samenvatting

Op ROC van Twente lopen ze tegen het probleem aan dat NT2 (Nederlands als tweede taal) Alfabetiseringscursisten (een van de laagste niveaus) niet Nederlands durven te spreken in dagelijkse situaties. Binnen de alfabetisering worden er onderscheid gemaakt tussen drie groepen, Alfa A het laagste niveau, Alfa B het middelste niveau en daarnaast Alfa C het hoogste niveau van alfabetisering. Om aan dit probleem te werken zijn er instructievideo 's gemaakt. Om tot de inhoud van de video 's te komen is onderzoek gedaan. In dat onderzoek is onder andere gekeken naar welke didactiek het beste gebruikt kan worden, wat de kenmerken van de doelgroep zijn en hoe een instructievideo het beste werkt. Zo is er veel gebruik gemaakt van Richard E. Mayer, die een expert is op het gebied van multimediaal leren en Annemarie Nuwenhoud, die veel weet over alfabetisering.
Voor het praktijkonderzoek is een kwalitatief onderzoek gedaan. Hierbij zijn interviews afgenomen bij Alfadocenten en een onderwijskundige. Daarnaast zijn er gesprekken geweest met cursisten uit de Alfa B en C groep. Uit zowel de literatuur als het praktijkonderzoek kwamen enkele dingen naar voren. Zo is het belangrijk dat in de video’s woorden regelmatig herhaald worden, de woorden en zinnen duidelijk worden uitgesproken en er praktijksituaties worden nagebootst in de instructievideo’s. Deze video’s kunnen het best worden opgebouwd aan de hand van het didactische ABCD-model. Dit model is relevant, omdat het er in dat model omgaat dat de cursisten eerst informatie krijgen en daar verder in het model steeds zelfstandiger mee aan de slag moeten gaan.
De video’s zijn dan ook opgebouwd aan de hand van dit model. Uiteindelijk zijn drie videoreeksen gemaakt met de thema’s supermarkt, dokter en bus. Binnen elk thema zijn zeven video’s gemaakt. Bij de video’s zijn lesbeschrijvingen gemaakt, zodat de docent weet hoe de video’s gebruikt kunnen worden in de les.