De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Gevoelsmaatig voelen wat je voelt: omgaan met emoties voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar, met een Autisme Spectrum Stoornis dl 1) De Literatuurstudie

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Gevoelsmaatig voelen wat je voelt: omgaan met emoties voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar, met een Autisme Spectrum Stoornis dl 1) De Literatuurstudie

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

De onderzoeksvraag die in deze gehele afstudeerscriptie centraal staat is; "Op welke manier kan het omgaan met emoties van zichzelf en van anderen, bij jongeren met een normale begaafdheid tussen de 12 en 18 jaar met een stoornis in het Autisme Spectrum (ASS), gestimuleerd worden?"
De literatuurstudie richt zich vooral op de uitwerking van wat ASS is, hoe het ontstaan is, welke kenmerken er onder andere bij horen en welke theorieën over ASS bekend zijn.
Het praktijkonderzoek in deel 2) is gericht op wat er nodig is aan materialen en begeleiding voor de doelgroep om de omgang met emoties te kunnen stimuleren.

Uit de literatuurstudie komt duidelijk naar voren dat het hebben en onderhouden van contact met anderen, en daarbij horen ook de omgang met emoties en de communicatieve vaardigheden, een van de grootste probleemgebieden is binnen het autismespectrum.
Mensen met ASS willen net als iedereen graag contact met anderen, vriendschappen en relaties aangaan. Ook zij willen graag affectiviteit en liefde voelen en delen maar zij hebben moeite deze behoefte te uiten. Daardoor lijkt het alsof zij er geen behoefte aan hebben, wat hen in de ogen van de omgeving afstandelijk of onverschillig maakt. Doordat aan de buitenkant van iemand met ASS niet te zien is dat hij/zij een stoornis in het autismespectrum heeft, wordt hij/zij vaak verkeerd ingeschat en worden verwachtingen te hoog gesteld. Daar kunnen zij niet aan voldoen, wat voor deze mensen een gevoel van falen tot gevolg heeft, steeds opnieuw. Hoewel zij erg hun best doen om zich aan te passen, zij blijven wat onhandig en onaangepast reageren in sociale situaties.
De moeilijkheid in het sociale contact ligt niet zozeer in een onvermogen om emoties bij anderen te herkennen, om hun grappen te begrijpen, om zich te verplaatsen in een ander. Het gaat meer om een vertraagde ontwikkeling van het zenuwstelsel wat ervoor zorgt dat mensen met ASS meer moeite hebben met sociaal functioneren. Bijvoorbeeld de ik-anderdifferentiatie, waar Martine Delfos over spreekt bij haar uitwerking van het Socioschema. Hierbij gaat het om de mogelijkheid zichzelf te onderscheiden van de ander, de ander te zien met eigen behoeften en gedachten en zich te kunnen verplaatsen in die ander. De ik-anderdifferentiatie is wel aanwezig, maar de ontwikkeling is vertraagd waardoor mensen met ASS op latere leeftijd pas meer affectiviteit een aangepast sociaal gedrag laten zien.
Doordat 'de ander' geruime tijd vrij abstract blijft, niet wordt gezien als een persoon met eigen, vaak andere behoeften dan de persoon met ASS, is er weinig gerichtheid op de ander. Hierdoor handelen de mensen met ASS vaak vanuit hun eigen perspectief; dit wordt ook wel egocentrisme genoemd.

De jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar krijgen steeds meer besef van 'de ander' en ook dat de ander andere behoeften en gedachten kan hebben dan zijzelf. Omdat dit besef nog niet geheel ontwikkelt is, blijven zij echter vaak onaangepast reageren. Door met hen in te gaan op fictieve en non-fictieve sociale situaties is het mogelijk hen meer bewust te maken van hun eigen emoties en communicatieve vaardigheden en die van anderen en daarmee de sociale ontwikkeling te stimuleren.

Toon meer
OrganisatieFontys
AfdelingFontys Pedagogiek
Jaar2008
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk