Lage betrokkenheid
Investeer in basisbehoeftenLage betrokkenheid
Investeer in basisbehoeftenSamenvatting
Dit onderzoek gaat over de lage betrokkenheid bij kleuters ten gevolge van een veranderende groepssamenstelling. De school waar ik als leerkracht groep 1/2 aan verbonden ben werkt met de onderwijsvisie ‘adaptief onderwijs’. Mijn klas is halverwege het schooljaar opgestart, omdat de school aan het groeien is. Voor de meeste kleuters ben ik een nieuwe leerkracht. Niet alleen moeten de leerlingen wennen aan een nieuwe leerkracht, maar ook aan hun nieuwe klasgenoten, lokaal, werkwijze etc. Daarnaast is het aftasten wat de verwachtingen zijn. We zitten momenteel in een gewenningsfase, wat voor de leerlingen onveilig voelt. Deze onveilige situatie zorgt ervoor dat de leerlingen nog niet tot ontwikkeling komen. Dit valt vooral op tijdens kringactiviteiten. De leerlingen kijken afwachtend om zich heen en zijn nog weinig actief. Het belang van betrokkenheid komt dan naar voren. Om tot ontwikkeling te komen is het van belang dat de leerlingen betrokken zijn. Het doel van dit onderzoek is inzicht te krijgen over hoe een kringactiviteit binnen het onderwijsconcept ‘adaptief onderwijs’ moet worden vormgegeven, waardoor de betrokkenheid zo optimaal mogelijk bevorderd wordt. Dit leidt tot de volgende onderzoeksvraag: Welke middelen en vaardigheden heb ik als leerkracht nodig om er voor te kunnen zorgen dat alle kinderen betrokken raken bij een kringactiviteit? Uit de onderzoeksvraag en deelvragen komen de volgende kernbegrippen naar voren: betrokkenheid, adaptief onderwijs en kringactiviteiten. Om antwoord op de onderzoeksvraag te krijgen, is er een actieonderzoek uitgevoerd. Actieonderzoek is een strategie waarbij de nadruk ligt op het begrijpen en verklaren. In dit onderzoek wordt het welbevinden en de betrokkenheid van drie leerlingen onderzocht om deze te kunnen vergroten door het uitvoeren van interventies binnen de visie ‘adaptief onderwijs’. Op basis van de verzamelde data staat vast dat bij alle drie de onderzochte leerlingen (leerling X, Y en Z) zowel het welbevinden als de betrokkenheid bij de eindmeting hoger is dan bij de 0-meting. Als leerkracht heb ik interventies uitgevoerd waardoor deze groei tot stand is gekomen. Wanneer de data en antwoorden op de deelvragen op een rij gezet zijn kan het antwoord op de onderzoeksvraag gegeven worden. De middelen en vaardigheden die ik als leerkracht nodig heb om kinderen betrokken te laten raken zijn doelgericht handelen dat gebaseerd is op kennis. Kennis van de persoonlijkheidsdynamieken en voorkeursbasisbehoefte van mijn leerlingen, kennis van en handelen gericht op de variatie in mijn onderwijs en doelgericht handelen tijdens kringactiviteiten. Deze planmatige manier van werken verhoogt de betrokkenheid van mijn leerlingen tijdens kringactiviteiten
Organisatie | Fontys |
Opleiding | Master Special Educational Needs |
Afdeling | Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg |
Partner | Fontys Hogescholen |
Jaar | 2014 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |