De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Videofeedback bij de begeleiders van Rensis

Welke invloed heeft videofeedback op de sensitieve responsiviteit van begeleiders van Rensis

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Videofeedback bij de begeleiders van Rensis

Welke invloed heeft videofeedback op de sensitieve responsiviteit van begeleiders van Rensis

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

In dit onderzoek is middels videofeedback gekeken naar de begeleidingsstijl van de begeleiders bij Rensis. De onderzoeksvraag luidt: Welke invloed heeft videofeedback op de sensitieve responsiviteit van begeleiders van Rensis in interactie met een cliënt? Om het begrip sensitieve responsiviteit te operationaliseren wordt er in het onderzoek gebruik gemaakt van de aspecten van geslaagde interactie. Het doel van het onderzoek is het vergroten van sensitief responsief gedrag van de begeleiders van Rensis middels videofeedback. Hierdoor wordt er gewerkt aan het ontwikkelen van de professionaliteit van de begeleiders van Rensis. Door beter aan te sluiten op wat de kinderen nodig hebben wordt de kwaliteit van zorg verbeterd (Dekker, Hoogland, Eliens, & Giessen, 2004). Tijdens dit onderzoek heb ik mezelf ontwikkeld met betrekking tot het geven van videofeedback en het coachen van de begeleiders van Rensis. De begeleiders van Rensis zijn in drie situaties tien minuten geobserveerde met behulp van de videocamera. Het maken van video-opnamen zorgt ervoor dat je deze achteraf kunt bespreken en maakt interacties zichtbaar, controleerbaar en bespreekbaar (Wels, 2001). Uiteindelijk is hiervan voor iedere begeleider een videofragment van drie minuten samengesteld. Tijdens het selecteren van de korte fragmentjes is er gekozen voor de ‘positive self-review’- aanpak. Hierbij gaat de aandacht uitsluitend uit naar geslaagde interacties om het beoogde doelgedrag zo te versterken en de gecoachte een positief zelfbeeld te geven (Fukkink, Trienekens, & Kramer, 2010). Bij het analyseren van de videofragmenten van drie minuten is er aan de hand van het schema Kenmerken van geslaagde interactie van Dekker en Biemans (1994) gekeken naar de sensitieve responsiviteit van de begeleider. Middels dit schema, figuur 1 (blz.16), kan basiscommunicatie worden geanalyseerd en is eenduidig overleg over de interactie op de videobeelden mogelijk (Dekker, Hoogland, Eliens, & Giessen, 2004). Met dit schema is er via micro-analyse gekeken naar de patronen en elementen. De micro-analyse aangevuld met een aanvullende instructie over basiscommunicatie is in de vorm van een focusgroep besproken met de begeleiders van Rensis. Na afloop van de focusgroep hebbe de begeleiders een enquête ingevuld over hun ervaringen tijdens de focusgroep. Voordat ik begon met de uitvoering van het onderzoek had ik de hypothese dat de begeleider met de meeste gemeten elementen het meest sensitief responsief gedrag zal vertonen tegenover de kinderen. Wanneer een begeleider sensitief responsief gedrag laat zien worden signalen die een kind afgeeft opgemerkt en wordt er geprobeerd te begrijpen wat het kind met deze signalen bedoelt. Daar wordt op een warme en ondersteunende manier mee omgegaan, afgestemd op het kind en de situatie (Hoog, Stultiens-Houben, & Heijden, 2012). Na de data-analyse werd zichtbaar dat dit in dit onderzoek niet zo blijkt te zijn. Er bleek dat het ook belangrijk is om te kijken naar hoe de elementen worden uitgevoerd. Daarnaast was er in de fragmenten sprake van verschillende kinderen in verschillende situaties waardoor het vergelijken van de beelden geen representatieve uitkomsten gaf. Dit onderzoek heeft bijgedragen aan het creëren van een stukje bewustwording bij de begeleiders van Rensis. Begeleiders gaven na aanleiding van de focusgroep aan sensitiever te zijn geworden en bewuster te willen gaan kijken naar het afstemmen van hun handelen op het gedrag van de kinderen. Doordat begeleiders na dit onderzoek bewuster waren van hun eigen basiscommunicatie konden zij hier iets aan veranderen. Zij formuleerde alle drie een hulp/leervraag om de komende periode aan te werken. Door deze bewustwording zijn zij gevoeliger voor het opmerken en interpreteren van signalen bij een kind zowel verbaal als non-verbaal. Hierdoor kunnen zij het eigen handelen beter afstemmen op de signalen en de mogelijkheden van een kind (Dekker, Hoogland, Eliens, & Giessen, 2004). Persoonlijk heb ik me tijdens de uitvoering van het onderzoek ontwikkeld op het gebied van coachen en begeleiden. Begeleiders gaven in de enquête naar aanleiding van de focusgroep aan dat ik onder andere aandachtig luisterde, een rustige houding had en coachende neutrale rol had aangenomen

Toon meer
OrganisatieFontys
OpleidingMaster Special Educational Needs
AfdelingFontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
PartnerFontys Hogescholen
Jaar2014
TypeMaster
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk