De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Een groep bestaat uit een aantal individuen. Een leerkracht die voor een groep staat heeft niet alleen te maken met deze individuen. Deze werkt vooral met 'de groep'. Dit is binnen het onderwijssysteem een gegeven. Wat is een groep? Wat maakt een groep? Kun je hier als leerkracht invloed op uitoefenen? Is het eigenlijk wel nodig om
hier iets mee te doen? Al deze vragen worden beantwoord in dit verslag.

Een groep is een geordende verzameling van personen die door een belang, een beginsel of een taak bijeen gehouden worden waarbij samenwerking vereist is. Een belangrijk kenmerk van een groep is dat de personen elkaar onderling beïnvloeden.
(Gieles & Konig, 2000)
Dit laatste kan zowel positief als negatief zijn. Een negatieve beïnvloeding zal leiden tot een negatieve groep. In zo'n groep is het voor leerlingen moeilijk om tot een goede sociale en emotionele ontwikkeling te komen. Ze worden geremd in hun persoonlijke ontwikkeling. Dit maakt dat een positieve groep niet alleen gezellig is maar ook uiterst noodzakelijk. Leerlingen die zich in een positieve groep bevinden zijn spontaan, ontspannen en staan open voor elkaar. Ze zijn op elkaar gericht en gaan het leerproces samen aan.(Laevers et al, 2004).

Voor de leerkracht is deze betrokkenheid van de leerlingen belangrijk. Het rendement van het leren gaat omhoog.
De theorie van Tuckman (1965) stelt dat er in iedere nieuwe groep een aantal fasen doorlopen worden. Hieruit blijkt dat de leerkracht met name in de eerste zes weken van de samenstelling van de groep invloed heeft op de groepsnormen. In dit onderzoek heb ik interventies gepleegd die gericht zijn op het onderling contact
tussen de leerlingen. Ik heb momenten gecreëerd die leerlingen de mogelijkheid geven om elkaar beter te leren kennen. Een positieve sfeer in de groep hangt samen met de relaties die mensen binnen de groep met elkaar aangaan. Men gaat een relatie aan met iemand die je kent. De interventies zijn gestructureerd verlopen. De speelruimte van de leerlingen was duidelijk.
De interventies zijn tot stand gekomen door te reflecteren op een voorgaande interventie. Uit de reflectie is een volgende interventie ontstaan. Het onderzoeksproces heeft zich zowel door de theorie als door de praktijk ontwikkelt.
Het onderzoek is oplossingsgericht aangepakt. Wat werkt is groter gemaakt. Het negatieve is zoveel mogelijk genegeerd. (Måhlberg & Sjöblom, 2008).
Aan het begin en het einde van de interventies is de groep geanalyseerd op de onderdelen: kwaliteit van de groepssfeer, de relatie leerkracht - leerling, de relaties tussen kinderen en de relatie tussen het onderwijsprogramma en de groepssfeer. Er
is een verschil te zien in hoe de leerlingen voor en na de interventies als groep functioneren.

De leden van de groep zijn positiever en meer open naar elkaar toe. Er heerst een gevoel van veiligheid. Het gevoel van welbevinden wordt hierdoor vergroot. De groepsleden horen erbij en durven zichzelf te laten zien. Leerlingen zijn meer betrokken op elkaar maar ook op hun leerproces. Ze staan open voor elkaar en zo leren ze ook van elkaar.

Toon meer
OrganisatieFontys
AfdelingFontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg
Jaar2010
TypeMaster
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk