De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Bewust bouwen, bouwen aan milieubewustzijn

Een onderzoek naar de meerwaarde van milieubewust bouwen

Bewust bouwen, bouwen aan milieubewustzijn

Een onderzoek naar de meerwaarde van milieubewust bouwen

Samenvatting

De gevolgen van klimaatverandering zijn merkbaar (Planbureau voor de Leefomgeving [PBL], 2012). De klimaatverandering is deels te verhalen op de mens. Het huidige systeem verergert het broeikaseffect, dat invloed heeft op de klimaatverandering. De mens versterkt het
broeikaseffect, doordat er extra broeikasgassen in de atmosfeer komen door industrie, ontbossing, verkeer, veeteelt en energiegebruik (Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut [KNMI], z.j.).
Men zou de aarde minder kunnen belasten door een circulaire economie, waarbij eindige materialen oneindig beschikbaar blijven, zonder afvalstromen (Lambregtse, 2017) (Turntoo, 2018).
Het doel van de afstudeeropdracht is het leveren van een bijdrage aan de bewustwording van milieu-impact van de gebouwde omgeving, met name van woningbouw. Dit bewustzijn zal namelijk moeten toenemen om de doelgroepen te overtuigen van de milieu-impact. Wanneer deze zijn overtuigd kan men de innovatie adopteren, zoals de stap naar een circulaire economie (Rogers, 1983).
De volgende onderzoeksvraag is opgesteld: “Wat is de meerwaarde van een woning waarbij gestreefd wordt naar een zo laag mogelijke milieu-impact (benaderd middels de MPG-score) ten opzichte van een woning waarbij gestreefd wordt naar een zo laag mogelijke kostprijs en hoe
maken we dit inzichtelijk voor bouwer en consument?”
Sinds 1 januari 2018 stelt de overheid een maximum aan de milieu-impact van een gebouw middels de Milieuprestatie Gebouw8 (MPG) score. Deze score representeert de schaduwkosten10 van een gebouw per vierkante meter bruto vloeroppervlak per jaar en bedraagt maximaal 1 euro.
Het onderzoek richt zich op twee varianten tussenwoningen, waarbij elke variant bestaat uit drie energieconcepten. De eerste variant is tot stand gekomen met economische motieven, een woning binnen de kaders van het Bouwbesluit met een zo laag mogelijke kostprijs. De tweede variant is eenzelfde tussenwoning, maar dan gericht op een zo laag mogelijke milieulast.
Vervolgens worden deze woningen op vier niveaus met elkaar vergeleken. Het betreft twee economische niveaus, namelijk bouwkosten en woonlasten. En twee milieu6 georiënteerde
niveaus, namelijk de Milieuprestatie Gebouw score en een ‘begrijpbare waarde’, een waarde die een beter gevoel geeft bij de milieu-impact van de woning.
De drie woningen van de tweede variant hebben hogere bouwkosten en een hogere vrij-op-naam prijs. De woonlasten van de woningen van de tweede variant verschillen nauwelijks met de drie woningen van de eerste variant. Er is namelijk niet veel veranderd aan het energieconcept, de energievraag van het net en het aandeel zelf opgewekte energie zijn vrijwel gelijk gebleven. Het verschil in woonlasten wordt bepaald door hogere onderhoudskosten van duurdere installaties.
De woonlasten tussen de energieconcepten onderling verschillen wel, omdat de energieconcepten de energievraag van de woning bepalen.
De MPG-score van de drie woningen van de tweede variant zijn lager dan de score van de drie woningen van de eerste variant. Met name de toepassing van een houten prefab gevelsysteem, houten gevelbekleding en een houten vloerensysteem dragen bij aan een lagere MPG-score. De keuze voor installaties met een lagere milieu-impact heeft grote gevolgen voor de bouwkosten,
maar kleine gevolgen voor de MPG-score. De bouwkosten nemen relatief veel toe, de MPG-score daalt relatief weinig. De meerwaarde van een woning met een zo laag mogelijke milieu-impact ten opzichte van een woning met een zo laag mogelijke kostprijs is het best terug te zien in de vergelijking van de twee Nul-op-de-meter woningen (een van de drie energieconcepten). Het verschil in milieu-impact tussen beide varianten is vergelijkbaar met de schade aan het milieu6 wanneer er 345.000 liter drinkwater per jaar gebruikt wordt. Dit staat ongeveer gelijk aan twee keer het waterverbruik van een vierpersoonshuishouden per jaar.
Wanneer het bewustzijn van bouwer en consument nog verder verhoogt dient te worden zal nog eens gefocust moeten worden op e ‘begrijpbare waarde’. Het is belangrijk de doelgroepen te overtuigen. Dit kan door waarde toe te kennen aan bijvoorbeeld comfort en gezondheid.
Tevens zal het eerder implementeren van de MPG-tool een bijdrage leveren aan het beperken van de milieulast van de woning. Op dit moment wordt de tool enkel gebruikt vlak voor het indienen van de omgevingsvergunning, puur “omdat het moet”. In de toekomst zou de tool een hulpmiddel kunnen zijn bij het maken van keuzes eerder in het traject, om zo een woning te bouwen met een zo laag mogelijke milieu-impact.

Toon meer
OrganisatieHAN University of Applied Sciences
OpleidingCiviele Techniek
AfdelingAcademie Built Environment
PartnerHogeschool van Arnhem en Nijmegen
Datum2018-04-16
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk