Consumentenonderzoek 3D-voedselprinten – Is de 3D-voedselprinter het keukenapparaat van de toekomst?
Consumentenonderzoek 3D-voedselprinten – Is de 3D-voedselprinter het keukenapparaat van de toekomst?
Samenvatting
Een nieuwe technologische ontwikkeling binnen de voedingswereld is de 3D-voedselprinter. Verwacht wordt dat men met dit apparaat gepersonifieerde voeding kan maken en dat de printer een tool kan worden om snel en gemakkelijk een gezonde maaltijd te bereiden. Het 3D-printen van voeding is echter een nieuwe technologie, waarover nog niet veel in de media is geschreven en nog relatief weinig bekend is onder mensen.
Om die reden is dit onderzoek uitgevoerd voor de onderzoekslijn ‘new-tech-foods’ van de opleiding Voeding en Diëtetiek aan de Haagse Hogeschool om inzicht te krijgen in de attituden van mogelijk toekomstige consumenten over 3D-voedselprinten. Daarnaast is de 3D-voedselprinter een interessante ontwikkeling om te volgen voor de diëtist en studenten Voeding en Diëtetiek, omdat deze een rol kan spelen in de dieetadvisering. Daarom is er behoefte aan een conceptles over de 3D-voedselprinter en de acceptatie van nieuwe technieken.
De onderzoeksgroep betreft hoogopgeleide volwassenen in de Randstad, omdat hoogopgeleiden meer aandacht besteden aan gezonde voeding en zij financieel meer te besteden hebben. Daarnaast woont een groot deel van de hoogopgeleiden in de Randstad en is de Haagse Hogeschool hier gevestigd. De onderzoeksvraag luidt: Welke attitude hebben hoogopgeleide inwoners van de Randstad ten opzichte van 3D-geprinte voeding en zijn zij in de toekomst bereid zelf een 3D-voedselprinter aan te schaffen en te gaan gebruiken?
Om de onderzoeksvraag te beantwoorden is kwalitatief onderzoek uitgevoerd in de vorm van semigestructureerde interviews. Bij het opstellen van de interviews is gebruik gemaakt van het ‘Theory Acceptance Model’ (TAM) en de ‘Technology Acceptance Index’ (TRI). Deze modellen toetsen beide de mate van bereidheid voor acceptatie van een nieuwe technologie. Om naast de TAM de TRI te kunnen gebruiken is de kwantitatieve vragenlijst hiervan omgezet naar kwalitatieve interviewvragen.
De onderzoeksgroep bestond uit 12 respondenten, wie eerst gevraagd zijn hun mening en gedachten te geven omtrent 3D-voedselprinten op basis van hun eigen kennis. Geen van alle respondenten was bekend met 3D-voedselprinten en de meerderheid had een negatieve attitude over 3D-voedselprinten. Zij zagen de 3D-voedselprinter als een machine die voeding kon produceren zonder hier eerst voedingsmiddelen aan toe te voegen. Daarnaast zagen zij 3D-geprint voedsel als kunstmatig en onveilig en hadden zij geen interesse om een 3D-voedselprinter aan te schaffen. Na de respondenten informatie over het 3D-printen van voedsel te hebben gegeven en hen een filmpje over 3D-voedselprinters te hebben laten zien, veranderden de attituden positief. Echter beoordelen zij de waargenomen nuttigheid, een factor van het TAM, als negatief. Dit leidde tot negatieve interesse in de aanschaf van een 3D-voedselprinter.
Voor de onderzoekslijn is het aanbevolen dit onderzoek na een aantal jaren te herhalen wanneer er sprake is van ‘mere exposure’, waardoor respondenten meer kennis hebben van 3D-voedselprinten. Daarnaast zou volgens de uitkomsten van de TRI meer dan de helft van de respondenten open staan voor nieuwe technologieën. Volgens de uitkomsten van dit onderzoek staan zij echter niet open voor de aanschaf van een 3D-voedselprinter.
De vragen van de TRI zijn voor dit onderzoek samengevat. Voor een volgend onderzoek zou de gehele kwantitatieve vragenlijst kunnen worden gebruikt.
Organisatie | De Haagse Hogeschool |
Opleiding | GVS Voeding en Diëtetiek |
Afdeling | Faculteit Gezondheid, Voeding & Sport |
Partner | Haagse Hogeschool, Faculteit Gezondheid, Voeding & Sport, Opleiding Voeding & Diëtetiek, Onderzoekslijn "New-tech-foods" |
Jaar | 2017 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |