Een testopstelling voor natuurlijk ademende gevels in ontwikkeling
Een onderzoek naar een optimale testopstelling voor het testen van biobased dampdiffusie open gevelconstructies op thermohygrische eigenschappenEen testopstelling voor natuurlijk ademende gevels in ontwikkeling
Een onderzoek naar een optimale testopstelling voor het testen van biobased dampdiffusie open gevelconstructies op thermohygrische eigenschappenSamenvatting
Het Lectoraat Biobased Bouwen houdt zich onder andere bezig met het ontwikkelen van biobased producten die vaak een vochtregulerend vermogen hebben, die toegepast kunnen worden in een dampdiffusie open systeem. Zij hebben het initiatief genomen om een onderzoek te starten naar hoe een dampdiffusie open gevelconstructie getest kan worden. Het doel is een antwoord te vinden op de vraag: ‘Waar dient een testopstelling aan te voldoen om dampdiffusie open gevelconstructies te kunnen testen?’
Dampdiffusie houdt in de waterdamp die zich in de lucht begeeft, zich door gevelconstructies kan verplaatsen als gevolg van een verschil in de dampspanning. Hiervoor dient de dampdiffusieweerstand van de samengestelde materialen in een gevel laag te zijn. In de praktijk wordt de gevel zodanig opgebouwd dat de dampdiffusieweerstand aan de binnenzijde van de gevel groter is dan aan de buitenzijde, omdat waterdamp zich hierdoor naar buiten verplaatst. Het principe bij dampdiffusie open bouwen is dat op jaarbasis (een cyclus van seizoenen) er geen vochtophoping mag voorkomen en dat een gevelconstructie het binnengekomen vocht in deze cyclus weer kan afgeven. Indien dit niet gebeurt betekent dit dat op lange termijn het vocht ophoopt en dit voor gevelschade kan zorgen. Het is cruciaal dat waterdamp zich door de materialen verplaatst en daarbij zijn luchtlekken funest. Vocht kan zich hierdoor zonder weerstand verplaatsen en dit kan zorgen voor inwendige condensatie, wat tevens op lange termijn weer kan leiden tot gevelschade. Het verschil in dampspanning is onder andere afhankelijk van de temperatuur en de luchtvochtigheid, waardoor het heersende klimaat een grote rol speelt bij de dampdiffusie.
Het klimaat is op elke locatie anders en in het kader van dit onderzoek is er uitsluitend uitgegaan van een Nederlands klimaat, waarbij er temperaturen van -15˚C tot en met 40˚C en relatieve vochtigheden van 10% tot en met 95% zijn aangehouden. Het binnenklimaat is afhankelijk van de functie die zich in een bouwwerk begeeft en dit kan op verschillende manieren bepaald worden. De Adaptieve Temperatuur Grenswaarden (ATG) methode is meest geavanceerde methode, omdat deze de temperatuur binnen aanpast aan de temperatuur die buiten heerst. Deze methode is ontwikkeld door praktijkonderzoek te doen en gebruik te maken van de Fanger methode die vooral gebaseerd is op laboratorium onderzoek.
Zoals eerder genoemd heeft de dampdiffusieweerstand een bepalende rol bij dampdiffusie open bouwen. Echter is het niet zo dat er een testopstelling wordt ontwikkeld waarbij de dampdiffusie-weerstand wordt gemeten. De dampdiffusieweerstand dient apart te worden getest in een testopstelling die staat omschreven in de NEN-EN-ISO 12572 (bekermethode) en NEN-ISO 21129 (boxmethode).
Om het klimaat binnen de testoptelling te kunnen regelen dienen er sensoren en apparatuur te worden toegepast. De mogelijkheden zijn in beeld gebracht, maar dit is niet nader onderzocht vanwege beperkte deskundigheid en tijd. Het is aanbevolen om dit door een deskundige nader te laten onderzoeken. Wel is er een studie gedaan naar de mogelijkheid om het vochttransport in het testmonster (gevel) te monitoren. Hiervoor zijn dusdanig kleine hygrosensoren nodig. Deze zijn beschikbaar en hebben volgens Derome, Fazio, Anthientis, & Rao de capaciteit om vocht in een isolatiemateriaal te meten.
De testopstelling dient te bestaan uit twee klimaatkamers die gekoppeld kunnen worden. Dit principe lijkt erg op een Calibrated Hot Box methode die normaliter gebruikt wordt om thermische prestaties van samengestelde gevelconstructies te meten. Echter bij dampdiffusie open bouwen is het gewenst het vochttransport te monitoren en daarom dienen er enige aanpassingen te worden gedaan. De testopstelling dient afgewerkt te worden met roestvaststaal dat voor de dampdichtheid zorgt en bestand is tegen corrosie. De aansluitingen dienen luchtdicht en koudebrugvrij te zijn. De testopstelling dient los te staan van de grond om warmteoverdracht met de ondergrond te minimaliseren en tevens dient de testopstelling inloopbaar te zijn in verband met controle van de aansluitingen van het testmonster en sensoren. Door de juiste aanpassingen te maken aan de Calibrated Hot Box kan de dampdiffusie door een samengestelde gevelconstructie ook hierin worden getest. Het is hierbij wel van belang van te voren te bepalen welke parameters er getest dienen te worden.
Organisatie | HZ University of Applied Sciences |
Opleiding | Bouwkunde |
Afdeling | Domein Technology, Water & Environment |
Partner | Centre of Expertise Biobased Economy, Vlissingen |
Datum | 2017-06-29 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |