Het effect van lichaamsexposure op positief beleefde lichaamsdelen bij Body Dysmorphic Disorder
Het effect van lichaamsexposure op positief beleefde lichaamsdelen bij Body Dysmorphic Disorder
Samenvatting
De lichaamswaardering bepaalt voor een groot deel de tevredenheid over het eigen lichaam. Een grote ontevredenheid heeft een lage zelfwaardering tot gevolg. Hieruit kan een stoornis in de lichaamsbeleving ontstaan zoals Body Dysmorphic Disorder (BDD). BDD-patiënten kijken in spiegels naar negatief beleefde lichaamsdelen wat leidt tot meer ontevredenheid en een grotere preoccupatie met het uiterlijk. In dit onderzoek is gekeken of lichaamsexposure op positief beleefde lichaamsdelen bij BDD een positief effect heeft op de negatieve lichaamsbeleving. Door patiënten herhaaldelijk voor de spiegel te laten staan, kan dit gezien worden als lichaamsexposure met desensitisatie. De patiënt leert kijken naar het eigen lichaam waardoor de angst om voor de spiegel te staan daalt. In dit onderzoek is specifiek gekeken naar de lichaamswaardering en BDD-gedrag zoals bodychecking en vermijding met behulp van een interview en vragenlijsten die voor en na afloop van de interventie zijn ingevuld. Voor het meten van de lichaamswaardering zijn de vragenlijsten Body Cathexis Scale (BCS) en Mijn Uiterlijk vragenlijst (MUV) gebruikt. Voor het meten van BDD gedrag is gebruik gemaakt van de vragenlijst Body Dysmorphic Disorder Examination (BDDE) en het interview Yale-Brown Obsessive-Compulsive Scale voor Body Dysmorphic Disorder (BDD-Y-BOCS). Volwassen mannen en vrouwen met BDD (N=7) hebben 10 wekelijkse sessies lichaamsexposure gevolgd volgens een (aangepast) protocol van Rekkers (2005). Uit de resultaten blijkt dat er een verbetering te zien is ten aanzien van de lichaamswaardering. Uit de BCS blijkt onder andere dat patiënten zichzelf van matig ontevreden naar iets meer dan neutraal waarderen. Het onderzoek toont daarnaast aan dat het effect op BDD-gedrag positief is. Vermijding en bodychecking namen af na behandeling. De kleine onderzoekspopulatie en het ontbreken van een controlegroep maakt dat de resultaten met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd moeten worden. Dit onderzoek kan opgevat worden als een pilot voor vervolgonderzoek waarin het protocol bij een grotere onderzoekspopulatie, specifiek bij BDD wordt onderzocht. Met dit onderzoek is een eerste stap gezet in de ontwikkeling van een nieuwe wetenschappelijk onderbouwde behandelmethode voor BDD.
Organisatie | Hogeschool Windesheim |
Afdeling | Human Movement & Sports |
Jaar | 2012 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |