Leesinterventies met inzet van ICT
binnen de leesbegeleiding van de praktijk Beter Leren LezenLeesinterventies met inzet van ICT
binnen de leesbegeleiding van de praktijk Beter Leren LezenSamenvatting
Tien procent van de Nederlandse basisschoolleerlingen heeft te maken met leesproblemen. Een groot deel van de leerlingen met leesproblemen richt zich op de eerste plaats op het decoderen van elk woord. Om die reden zijn ze minder goed in staat om te begrijpen wat ze lezen. Vanwege de moeite met het leesbegrip is de verbondenheid met de leesactiviteit laag en dit gaat ten koste van de leesmotivatie. Vanwege de lage leesmotivatie leest de leerling minder, wat weer tot minder leesontwikkeling leidt. Leerlingen met leesproblemen hebben baat bij het maken van zoveel mogelijk leeskilometers. Naarmate meer leeskilometers worden gemaakt, zal het leesproces sneller geautomatiseerd worden. Het is van belang dat elke leerling gemotiveerd is om te lezen. Leesonderwijs dat zich richt op de betrokkenheid van een lezer behaalt hogere leesresultaten. Zodra een leerling betrokken is, heeft het de motivatie om te willen lezen. Vervolgens zal de leesontwikkeling bevorderd worden naarmate een leerling meer leest.
De huidige generatie leerlingen groeit op met een groot scala aan ICT middelen. Binnen het onderwijs krijgt ICT een steeds grotere invulling. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de inzet van ICT positief kan bijdragen aan de taalontwikkeling. Met behulp van ICT kan grammaticale kennis, woordenschat, verhaalbegrip en fonologisch bewustzijn verbeterd worden. De juiste inzet van ICT kan de schrijf- en leesvaardigheid verbeteren. Ook dyslectische leerlingen kunnen op vele manieren worden geholpen door de inzet van ICT. Leerkrachten, ouders en leesbegeleiders kunnen met behulp van ICT beter aansluiten bij de wensen van de leerlingen en bij de nieuwe communicatiemiddelen die leerlingen gebruiken.
Dit onderzoek is gericht op de bijdrage die de inzet van ICT -binnen een leesinterventie- aan de leesmotivatie van een leerling kan leveren. De ICT is acht weken lang ingezet binnen de leesinterventie en waar nodig tussentijds aangepast. Binnen dit onderzoek zijn de onderwijsbehoeften van twee leerlingen -leerling A. en leerling B.- in kaart gebracht middels een meervoudige gevalsstudie. De ICT inzet is ontworpen vanuit de onderwijsbehoeften van leerling A. en leerling B. Het is van belang dat de ICT inzet aansluit op deze onderwijsbehoeften, zodat de leesinterventie met ICT inzet succesvol kan zijn. In dit onderzoek wordt de ICT inzet als succesvol gezien indien deze bijdraagt aan het vergroten van de leesmotivatie. De onderwijsbehoeften die binnen dit onderzoek in kaart zijn gebracht hebben betrekking op de leesontwikkeling van de leerling, zodat aan het leesprobleem gewerkt kan worden. Daarnaast sluit de ICT inzet aan op de interesses van de leerling, om de leesmotivatie te vergroten. De interesses hebben betrekking op persoonlijke voorkeuren zoals auto's of pony's, maar ook op de interesses van verschillende ICT middelen. Zo toont leerling A. veel interesse in het werken op de computer en weinig interesse voor andere ICT middelen. De persoonlijke voorkeuren van leerling. A. gaan uit naar verhalen over pony's of paarden. Leerling A. heeft geen grote leesachterstand, maar het is van belang dat gewerkt wordt aan haar leesontwikkeling. Vanuit de leesbegeleiding is gebleken dat het leestempo van leerling A. verhoogd wordt, zodra ze meer leeskilometers maakt. De leesmotivatie van leerling A. is te laag, waardoor ze thuis niet zelfstandig leest. De ICT die is ingezet binnen de leesinterventie heeft bijgedragen aan het verhogen van de leesmotivatie van leerling A. en het stimuleren tot zelfstandig lezen in de thuissituatie.
De persoonlijke voorkeuren van leerling B. hebben betrekking op de wereldbol, vliegtuigen, auto's en straaljagers. Leerling B. toont interesse in meerdere ICT middelen. De leesontwikkeling van leerling B. verloopt langzaam. Leerling B. heeft een grote leesachterstand en daarnaast heeft deze leerling een zeer korte concentratieboog. De leesmotivatie van leerling B. is zo laag, dat hij geen enkele interesse toont in lezen. De ICT die is ingezet binnen de leesinterventie heeft bijgedragen aan het verhogen van de leesmotivatie en het stimuleren van de leesontwikkeling van leerling B.
Organisatie | Hogeschool Windesheim |
Afdeling | Education |
Jaar | 2012 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |