Horen zien en ... wat zeg je?: vergroting van de woordenschat voor kinderen met een verstandelijke beperking of autisme spectrum stoornis
Horen zien en ... wat zeg je?: vergroting van de woordenschat voor kinderen met een verstandelijke beperking of autisme spectrum stoornis
Samenvatting
Samenvatting:
Onderzoeksvraag:
Op welke manier kan de groepsleiding de Nederlandse woordenschat vergroten van de kinderen op de groep de Bengels van ODC Het Zonnelicht (2.5 tot en met 5 jaar)? Deze vraag is deels beantwoord d.m.v literauuronderzoek en deels d.m.v.. een eigen onderzoek.
Resultaten literatuuronderzoek:
De verwerving van taal kent drie theorieën:
Imitatie (Skinner),Het aangeboren taalvermogen (Chomsky) en De taalomgeving
De taalverwerving van een kind, kent de volgende volgorde: de pre-linguale fase: (0-1 jaar), de vroeglinguale fase: (1 tot 2.5 jaar), De differentiatiefase: (2.5 tot 5 jaar) en de voltooiingfase: (5 jaar en ouder) .
De doelgroep van het onderzoek zijn de kinderen (2.5 tot 5 jaar), de begeleidsters en
de logopediste van de groep De Bengels. De kinderen hebben een mentaal taalniveau tussen de 14 en de 36 maanden.Dit wordt gemeten aan de hand van de ODC ontwikkelingslijsten.
De beschikbare taalprogramma's zijn: Kaleidoscoop, Piramide en Startblokken & Basisontwikkeling. Deze verschillen zowel qua inhoud, als qua achtergrond. Piramide is het taalprogramma welke het beste op de de groep De Bengels toegepast zou kunnen worden.
Resultaten eigen onderzoek:
Benoemen en uitleggen zijn de taalactiverende gedragingen die door de begeleidsters het meest worden toegepast en er vindt interactie plaats tussen de kinderen en de begeleidsters. Verder hanteert de logopediste een bepaalde aanpak die gebaseerd is op het niveau van de kinderen. Zij maakt meer gebruik van de taalactiverende gedragingen dan dat de groepsleiding dit doet.
Aanbevelingen naar aanleiding van zowel literatuur- als eigen onderzoek:
Vrijspel integreren en voorlezen zijn goede (Piramide)activiteiten die meer toegepast zouden kunnen worden op de onderzochte groep.Verder zou het dagschema op deze groep strikter gevolgd moeten worden, in belang van de taalontwikkeling van de kinderen.
Volgens de Piramide methode zouden de kasten op de groep toegankelijk gemaakt moeten worden voor kinderen.
De activiteiten moeten aangepast worden aan de thema's uit de piramide methode. De signaalliedjes uit deze methode zouden ingevoerd kunnen worden, naast de foto's die er al hangen, ter ondersteuning van wisseling van activiteit. Hierbij zou ook de taalstimulerende gedraging 'invullen' toegepast kunnen worden. Er kunnen stukken weggedraaid worden, waardoor er getest kan worden of de kinderen de tekst van de liedjes opnemen.
Uit het onderzoek lijkt naar voren te komen dat kinderen met een hoger niveau minder behoefte aan 'ondersteuning door gebarentaal' dan kinderen met een lager niveau. (gehoorstoornissen buiten beschouwing gelaten.) De activiteiten zouden op niveau aangeboden kunnen worden. Hier is echter verder onderzoek voor nodig.
De begeleidster zouden bewuster met de taalactiverende gedragingen om kunnen gaan door ze vooraf te plannen of door vooraf spellen te verzinnen waarin deze voorkomen.
Er zouden in de groep verschillende themahoeken (Piramide) gemaakt kunnen worden.
De tijd die staat voor het werken met de Piramide thema's zou aangepast moeten worden aan het niveau van de kinderen. Deze zou in plaats van 2 weken 6 weken kunnen zijn.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Pedagogiek |
Jaar | 2007 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |