Samenvatting

De opdrachtgevende instelling waar de Bachelor Proef is uitgevoerd is Kinderdagcentrum Bloemendaal, van de Gemiva-SVG Groep, te Gouda. De setting van deze instelling is semi-residentieel, het is een dagbesteding voor kinderen van 3 tot 18 jaar met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking. Deze opdracht is uitgevoerd voor de groepen "de Speelweide" en "de Boomgaard". De kinderen in deze groepen hebben een gemiddelde ontwikkelingsleeftijd tussen de ca. 1 tot 2,5 jaar. De Gemiva-SVG Groep streeft ernaar om mensen met een handicap te ondersteunen bij hun leven in de samenleving.

Het probleem dat zich op KDC Bloemendaal afspeelt is dat het werken met ontwikkelingsmaterialen niet gestructureerd verloopt. Ontwikkelingsmateriaal (OM) is een middel om de ontwikkeling van kinderen met een beperking te stimuleren. OM kan bijvoorbeeld de ontwikkeling van de fijne en/of grove motoriek, hand-oog-handcoordinatie of de waarneming stimuleren. Het aanbieden van het OM door de medewerkers, verloopt op het KDC niet altijd gestructureerd. Voor de medewerkers is het vaak onduidelijk wat een kind aan materiaal aangeboden kan worden, op welke ontwikkelingsleeftijd. Ook is het onduidelijk welk ontwikkelingsdoel je stimuleert met welk OM, en hoe je met het OM kunt varieren en opbouwen in kleine stapjes. Vanuit de medewerkers is een grote vraag naar duidelijkheid.
Graag zou KDC Bloemendaal willen zien dat het werken met OM gestructureerd wordt met behulp van een handleiding waarin dit alles beschreven wordt. Op deze manier zal het werken met OM meer geordend verlopen waar zowel de medewerkers als de kinderen van "de Boomgaard" en "de Speelweide" baat bij zullen hebben.

Na het doen van zowel een literatuur- als een praktijkonderzoek is er een handleiding ontwikkeld om het werken met OM te structureren. Deze handleiding is specifiek ontwikkeld voor de twee groepen van KDC Bloemendaal. Om de meningen en visies van de medewerkers in kaart te brengen is er voor gekozen hen te interviewen met behulp van een gestructureerd interview. Deze resultaten, en de uitkomsten van het literatuuronderzoek, zijn verwerkt in de handleiding.

In deze handleiding staat, per drie maanden, beschreven wat voor ontwikkelingsstapjes bij een bepaalde ontwikkelingsleeftijd horen, en welk OM er past bij deze leeftijd. Ook staat beschreven hoe er gevarieerd kan worden met hetzelfde OM en worden de verschillende begeleidingsstijlen waarop kinderen begeleidt kunnen worden uitgelegd. Bovendien worden er tips gegeven om het werken met OM zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Ook zijn er aanbevelingen beschreven om het werken met OM te verbeteren. Zo wordt er geadviseerd de kasten waar het OM in bewaard wordt met duidelijkere labels te voorzien waarop staat wat het voor materiaal is. Ook is het belangrijk dat de medewerkers het OM op de juiste plaats in de kast terug leggen. Verder wordt er aanbevolen geen losse delen van OM mee te nemen naar de groep, maar het hele pakket. Zo blijven de kasten en het materiaal overzichtelijk en compleet.
Een andere belangrijke aanbeveling is het opnieuw vormgeven van de scorelijsten, waar de voortgang van het werken door het kind wordt bijgehouden. Als laatste wordt er aanbevolen om regelmatig als team in overleg te gaan om het werken met OM te bespreken. Op deze manier worden vraagstukken onderling opgelost zodat alle groepen uiteindelijk op ongeveer dezelfde wijze met het OM werkt.

De handleiding is ontwikkeld met behulp van zowel verouderde als nieuwe theorieen, methoden en documenten. Dit maakt de handleiding vernieuwend omdat het nieuwe kennis en inzichten in het werken met OM verschaft, waarin oorspronkelijke denkwijzen gecombineerd worden met nieuwe oplossingen. Ook is de handleiding goed toepasbaar door het duidelijke, overzichtelijke en beknopte uiterlijk.