Knelpunten binnen het zorgpad “motoriek”
Knelpunten binnen het zorgpad “motoriek”
Samenvatting
Samen met de gemeente Amsterdam en het lectoraat bewegingswetenschappen werd een opzet ontwikkeld voor het zorgpad motoriek voor leerlingen uit groep 3 van het basisonderwijs. Hierbij werden leerlingen die uitvielen op motoriek in kaart gebracht. Deze zorgleerlingen gingen hierdoor een traject in (het zorgpad motoriek). Het doel van het onderzoek was dan ook om de knelpunten in kaart te brengen. Door dit te doen kunnen leerlingen uiteindelijk beter naar zorginstellingen worden verwezen. Leerlingen zijn op hun motoriek getest met behulp van de 4-Vaardighedenscan. De test werd afgenomen door het MAMBO-meetteam (MM) of door de vakleerkrachten bewegingsonderwijs (VB). De leerlingen werden ingedeeld in vijf zorgniveaus. In totaal hebben 529 leerlingen meegedaan van 14 basisscholen in Amsterdam-Zuidoost. De verhouding van het zorgniveau bij de leerlingen gemeten door het MMis: 0, 1, 2, 3 en 4: 39,0% (n=175); 6,7% (n=30); 4,9% (n=22); 1,6% (n=7); 1,1% (n=5). De verhouding gemeten door de VB is: 22,0% (n=99); 16,3% (n=73); 5,6% (n=25); 2,4% (n=11); 0,4% (n=2). De overige knelpunten binnen het zorgpad kwamen in beeld via een enquête en twee interviews. Tot slot lag de prevalentie significant anders bij scholen gemeten door VB en het MM (χ2(4) = 36,69, p<0,001). Uit de resultaten zijn een aantal belangrijke conclusies getrokken. Het eerste knelpunt dat duidelijk naar voren kwam is de testafname zelf. Ten tweede is een knelpunt dat het belang niet werd ingezien door de VB, de IB-er en de ouders. Ten derde en tevens als laatste werd het belang overdragen aan ouders van de ontwikkeling als zeer lastig ervaren. Naast de knelpunten zijn ook een aantal oplossingen uit dit onderzoek gekomen. De drie belangrijkste oplossingen zijn ten eerste, dat alle VB van tevoren een (gezamenlijke) instructie krijgen. Verder kunnen een aantal lessen door de VB uithanden worden genomen, zodat zij zelf de 4-Vaardighedenscan kunnen afnemen. Tenslotte dienen de VB’ers handvatten te krijgen voor het voeren van een goed gesprek met ouders. Tevens zijn een aantal aanbevelingen gedaan voor de beroepspraktijk. Allereerst moeten de VB extra mogelijkheid krijgen om leerlingen (nogmaals) te testen op motoriek. Een andere aanbeveling is het organiseren van een instructiebijeenkomst voor alle VB. Ook is een aanbeveling om het zorgpad en de uitslag van de motoriekmetingen beter inzichtelijk te maken voor IB-ers en ouders. Als laatste kunnen leerlingen het beste getest worden door één team, het MM of de VB. De voorkeur gaat ernaar uit dat alle leerlingen worden gemeten door MM.
Organisatie | Hogeschool van Amsterdam |
Opleiding | Academie voor Lichamelijke Opvoeding |
Afdeling | Bewegen, Sport en Voeding |
Jaar | 2018 |
Type | Bachelor |
Taal | Nederlands |