Taal en creatief denken
Taal en creatief denken
Samenvatting
Mondeling taalonderwijs moet mijn inziens nog meer aandacht krijgen, dan nu gebeurt. In het onderwijs is men namelijk snel geneigd als kinderen eenmaal kunnen schrijven en lezen, de focus op schriftelijke taal te leggen. Mondelinge taal is de voorwaarde voor het schriftelijk taaldomein. Begrijpend luisteren is tevens de voorloper van begrijpend lezen. Een kind met goede mondelinge taalvaardigheden voelt zich veiliger, kan zich sociaal beter redden en competenter als het gaat om leren. Het is bovendien een levensvaardigheid die hoog gewaardeerd wordt in de maatschappij. Elk mens blijft zich op dit vlak overigens zijn hele leven ontwikkelen.
In de titel van mijn onderzoek zijn de termen `taal` en `creatief denken` aan elkaar gekoppeld. Met creatief denken wordt bedoeld `het buiten de kaders denken`, het denken in mogelijkheden. Een kind kan dat van zichzelf al heel goed, doordat het onbevangen is. Een peuter kan heel goed zijn fantasie gebruiken in het denken. Alles is mogelijk. Maar al heel snel leren ouders maar ook groepsleerkrachten het buiten de kaders denken af. `Nee dat kan niet een blauwe boom.` Men zit in een systeem, onbedoeld hoor, waar men fouten maken moet zien te voorkomen. Toch zijn de grootste uitvindingen gedaan, door creatief te denken met elkaar. Door het geleerde te verwoorden en elkaars ideeën te beluisteren, meningen te vormen, ontwikkelen kinderen zich in het denken. Als een kind gedwongen wordt taal te vinden voor zijn gedachten, leert het daar veel van.
In de afgelopen jaren is er enorm veel veranderd. Volwassenen proberen de kinderen voor te bereiden op de toekomst, maar hebben zelf nauwelijks een idee hoe het over vijf jaar zal zijn. In de afgelopen 30 jaar is de wereldbevolking verdubbeld, logisch dat communicatie steeds belangrijker wordt. Nog steeds wordt er vaak instructie gegeven door de juf of meester die voor de klas staat en de kinderen luisteren. Bij sommige onderdelen is dit ook de allerbeste manier! Maar er zijn veel meer werkvormen te bedenken om kennis over te brengen. Groepsleerkrachten klagen dat ze steeds vaker een consumerende houding van kinderen in de klas zien. Het contrast wordt namelijk steeds groter; kinderen krijgen zo enorm veel prikkels in hun dagelijkse leven, denk aan tv, internet, ipods etc. en als leerkracht moet men werkelijk alles uit de kast halen om op die manier de kinderen te boeien. Meestal is er na de instructie nog een beurtenronde, maar worden echt altijd de kinderen uit gedaagd om na te denken, of alleen degene die de beurt heeft?
Niet alle kinderen hebben thuis een taalrijke omgeving, het verschil in taal tussen kleuters die starten op school, wordt steeds groter.
Mondelinge taal is een middel om een kind te stimuleren in de denkontwikkeling. Als men denkt gebruikt men ook taal, in gedachten worden schema`s gemaakt,als er zaken vergeleken worden. Wanneer mensen met een ingewikkelde handeling of bezigheid in de weer zijn, praten ze vaak hardop(denk aan moeilijke gebruiksaanwijzing). Terwijl leerkrachten juist in de klas vaak tegen kinderen zeggen, dat ze stil moeten zijn.
Als kinderen goede interactie hebben met de leerkracht en met elkaar, leren ze functies gebruiken als ordenen, verbanden leggen, redeneren, maar ook manieren en zienswijzen van anderen begrijpen.
Een van de belangrijkste gegevens uit de literatuur is dat kinderen juist door veel interactie veel leren. Het taal-leermechanisme houdt in dat een kind merkt dat het iets graag wil vragen of zeggen, maar de woorden nog niet tot zijn beschikking heeft. Het is dan uit zichzelf betrokken bij de les. In de zone van naaste ontwikkeling pikt het kind dit op van de leerkracht of andere kinderen. Dit gaat het beste een op een of in een kleine groep. In een grote kring is het vaak zo dat juist die kinderen voor wie het goed is om mondelinge taal te oefenen, zich passief opstellen.
Vanzelfsprekend is een goed taalaanbod een vereiste. De leerkracht herhaalt, biedt moeilijke woorden aan en stelt de goede vragen, waardoor kinderen aangezet worden tot nadenken. Door iets tegengestelds te beweren, of stiltes te laten vallen, of de vraag door te spelen aan een ander kind, creëer je situaties waarin kinderen zich goed kunnen ontwikkelen.
Als een leerkracht zich bewust is van het feit dat taal bij alle vakken een cruciale rol speelt en hier het onderwijs ook op inricht, kan het kind zich beter ontwikkelen zowel in die vakken als in taal.
Een kind ontwikkelt zich op taalgebied, denk aan woordenschat, maar kan ook beter de stof tot zich nemen bij andere vakken, doordat het de teksten of opdrachten beter begrijpt.
Ook bij rekenen is taal een belangrijk aspect, zelfs bij de meest ingewikkelde wiskundige berekeningen speelt taal een belangrijke rol.
Het kijken naar de doelen van een les en het koppelen van vakken aan elkaar, vraagt een creatieve manier van werken van de leerkracht. Soms doen zich prachtige kansen voor, maar laat men het voorbijgaan door je volle programma. Door thema`s of onderwerpen ook bij andere vakken te gebruiken, wordt het onderwijs meer betekenisvol en zijn kinderen meer betrokken bij hun leren.
Een ander aspect van mondelinge taal is het praten met het kind over het werken op school, met name over zijn eigen leerproces. Dit is ook een werkwijze die bij `handelingsgericht werken `meer ingezet wordt. Door meer te praten met het kind, voelt het zich meer gezien, het kind kan de leerkracht goede informatie geven. Er wordt vaak gepraat over kinderen, in plaats van het kind het zelf te vragen. Het versterkt de relaties met andere kinderen en met de leerkracht. Bovendien is bekend dat betrokkenheid met zich meebrengt dat het kind zich verantwoordelijk voelt voor eigen gedrag en leren en dit levert betere resultaten op.
Organisatie | Fontys |
Afdeling | Fontys Opleidingscentrum Speciale Onderwijszorg |
Jaar | 2011 |
Type | Master |
Taal | Nederlands |