De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk

Terug naar zoekresultatenDeel deze publicatie

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Open access

Rechten:Alle rechten voorbehouden

Samenvatting

Aanleiding
Als gevolg van het lenteakkoord en het regeerakkoord in 2012 is ten aanzien van de langdurige AWBZ zorg een wetswijziging ingevoerd. Het doel van deze wet is dat de kosten voor de AWBZ worden beperkt. Alleen (oudere) cliënten die zwaardere zorg nodig hebben (zorgzwaartepakket 4 en hoger) kunnen aanspraak maken op zorg met verblijf in een AWBZ instelling. Zorg met verblijf wordt dan ook in omvang beperkt door afname van de contracteerruimte. Indien cliënten lichtere zorg nodig hebben dan zullen zij dit in de thuissituatie moeten ontvangen. Het terugdringen van de kosten voor de AWBZ gaat tevens gepaard met de navolgende politieke opvattingen. Betrokken burgers, familie, maar ook (groepen) burgers zijn (mede) verantwoordelijk voor hun eigen zorg en welzijn. Er wordt van hen verwacht dat ze zoveel als mogelijk de zorg en begeleiding zelf ter hand nemen. Professionele zorg, hulp en begeleiding functioneert meer en meer als aanvulling, als achtervang en als (coördinerend) sluitstuk. Een deel van het huidige AWBZ budget wordt benut voor de te verwachten groei van zorg thuis. Een deel wordt overgeheveld naar de gemeente ten behoeve van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. De laatstgenoemde wet gaat uit van compensatie en participatie van burgers en is dus niet gebaseerd op het principe van het verzekeringsrecht. Ook zullen meer voorzieningen moeten worden bekostigd uit de particuliere zorgverzekeringswet. Het budget voor de langdurige zorg zal binnen enkele jaren worden afgebouwd. Dit betekent dat minder ouderen toegang kunnen krijgen tot zorg met verblijf en dat zij met een hoge zorgzwaarte in de thuissituatie zullen moeten blijven wonen. Verder is te verwachten dat mede door de toegenomen levensverwachting ook het aantal ziekten onder de (oudere) bevolking toeneemt en de complexiteit van de zorg zal toenemen. Omdat de complexiteit van de zorg in de thuissituatie zal toenemen en er forse wijzigingen plaats vinden in de wijze waarop het zorgaanbod tot stand komt, is het noodzakelijk om vast te kunnen stellen of de medewerkers van zorg thuis over de juiste kennis, vaardigheden en beroepshouding beschikken.
Deelvragen
Teneinde aanbevelingen tot stand te brengen die gebaseerde zijn op controleerbare gegevens zijn de navolgende deelvragen onderzocht. Wat wordt verstaan onder complexe zorgvragen? Welke kennis vaardigheden en beroepshouding dienen binnen zorg thuis aanwezig te zijn, welke zijn op dit moment aanwezig en welke ontbreken nog?
Doelstelling
Door het beantwoorden van bovengenoemde deelvragen is inzicht verkregen in de vraag over welke kennis, vaardigheden en beroepshouding de medewerkers van zorg thuis moeten beschikken om de complexe zorgvragen van de cliënten in de thuissituatie te kunnen beantwoorden.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek is diagnostisch om zodoende inzicht te krijgen in de gestelde probleemstelling. De onderzoekspopulatie bestaat uit het zorg thuis team van WIJdezorg locatie Emmaus en twee betrokken huisartsen. Het onderzoek is begonnen met een literatuurstudie dit heeft een aantal relevante topics opgeleverd voor het praktijkonderzoek. Na de literatuurstudie is er zowel een kwalitatieve als kwantitatieve onderzoeksmethode ingezet. De kwalitatieve onderzoekmethode is ingezet onder de vaste medewerkers van zorg thuis dit is gebeurt door middel van een focusgroepsgesprek. Tevens is er onder twee huisartsen een semigestructureerd interview afgenomen. Het kwantitatieve deel van het onderzoek bestaat uit een enquête onder alle medewerkers van zorg thuis locatie Emmaus. De kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksresultaten van respectievelijk de focusgroep en de enquêtes zijn verwerkt en weergeven in een kleurentabel. De kwalitatieve onderzoeksresultaten uit de interviews zijn samengevat op relevante punten.

Conclusie
Complexe zorgvragen kunnen zowel betrekking hebben op de cliëntproblematiek te weten
care complexity en is vooral medisch, als op case complexity. Dat laatste betreft de complexiteit van de zorg voor medewerker en mantelzorger. Ze hebben betrekking op de verschillende levensdomeinen: lichamelijk, mentaal, participatie en woon- en leefomstandigheden.
Er wordt van complexe zorg gesproken als er noodzaak is van samenhangende zorg. Dit betreft het afstemmen tussen de verschillende disciplines en de cliënt, maar ook situaties die intensief en complex zijn en betrekking hebben op de meerdere domeinen (ZvW, AWBZ, WMO). Het is in deze situatie van belang om de zorg uit één hand, een verantwoordelijkheid en één regie te bieden. Tot nu toe was opname in een zorginstelling de oplossing voor dit regievraagstuk. Echter gelet op het beperktere volume voor zorg met verblijf in een instelling is dit niet meer de enige en voor de hand liggende oplossing.
In het beroepsprofiel zorgkundige zijn de zeven wenselijke competenties (dat is een combinatie van kennis, vaardigheden en beroepshouding) beschreven die binnen het team zorg thuis aanwezig moeten zijn om (complexe) zorgvragen te kunnen beantwoorden. Van de zeven competenties zijn de volgende competenties in voldoende mate aanwezig: vakinhoudelijk handelen, professionaliteit en kwaliteit. De competenties communicatie (met familie, mantelzorgers en vrijwilligers communiceren over hun rol en inzet), samenwerking (intercollegiale samenwerking in een multidisciplinair team bestaande uit de verschillende domeinen AWBZ, ZvW en WMO), kennis en wetenschap (kennisuitwisseling en intercollegiale deskundigheidsbevordering) en maatschappelijk handelen (versterken van sociaal netwerk van de cliënt) moeten worden verbeterd.
Tevens blijkt dat de samenwerking tussen de verzorgende (wijkverpleegkundige) en de huisarts van belang is om samenhangende zorg te kunnen organiseren. Bovendien is afstemming door de verzorgende (wijkverpleegkundige) met betrokkenen in de directe leefomgeving van de cliënt (familie/mantelzorg), de buurt en relevante organisaties (al dan niet professioneel) van belang om de verschillende levensdomeinen rond de cliënt te organiseren.
Aanbevelingen
Stel een wijkverpleegkundige aan die de zeven competenties beheerst, maar vooral de aanvullende competenties maatschappelijk handelen, kennis en wetenschap, professionaliteit en kwaliteit. Stel de wijkverpleegkundige en de medewerkers in staat om de samenwerking met de huisarts(en) te intensiveren en te professionaliseren. Aan de hand van de gezamenlijke analyse van zorg thuis en de huisarts wordt de behoefte aan actuele en aanvullende scholing op het gebied van complexe zorgvragen vastgesteld en planmatig uitgevoerd. Stel een plan op om het gewenste competentieniveau te bereiken.
Overige aanbevelingen ten aanzien van de organisatie: - hanteer het beroepsprofiel zorgkundige en pas het systeem van functioneringsgesprekken hierop aan - stel een visie vast waaraan ‘goede zorg’ bij complexe zorg vragen moet voldoen - laat de medewerkers voorstellen doen op welke wijze de efficiëntie en de kwaliteit van de zorgverlening kan verbeteren (terug dringen administratieve lasten, mogelijkheden ICT) – stem af met gemeente, zorgkantoor en zorgverzekeraars (geldverstrekkers) om nieuwe werkwijzen en nieuwe waarderingsgrondslagen af te kunnen spreken.
Suggestie
In navolging van de inspiratieprijs voor de beste plannen op het gebied van hospitality zou het management een inspiratieprijs kunnen uitloven aan het zorg thuis team dat een plan bedenkt wat aantoonbaar bijdraagt aan verhoging van de efficiency en daardoor de kwaliteit van de zorgverlening aan cliënten met complexe zorgvragen in de thuissituatie.

Toon meer
OrganisatieHogeschool Leiden
OpleidingManagement in de Zorg
AfdelingFaculteit M&B
Datum2014-09-02
TypeBachelor
TaalNederlands

Op de HBO Kennisbank vind je publicaties van 26 hogescholen

De grootste kennisbank van het HBO

Inspiratie op jouw vakgebied

Vrij toegankelijk